Vergelijk: Rocket III Roadster en Ducati Diavel Strada
lekkere stuurbochten
Inhoudsopgave |
---|
Vergelijk: Rocket III Roadster en Ducati Diavel Strada |
Rocket III Roadster |
Diavel Strada |
Wolf in Schaapskleren |
lekkere stuurbochten |
Conclusie |
Technische gegevens |
In het gebruik zijn de koffertjes overigens nog best handig, al houdt de capaciteit niet enorm over. Bovendien valt aan de waterdichtheid van de koffers zelf te twijfelen, maar daar is met een binnentas (uiteraard leverbaar) eenvoudig iets aan te doen.
Hoe meer je op de Duc rijdt, hoe meer je beseft hoe ver Diavel en Rocket eigenlijk uiteen staan. Na de eerste schrik als je op de Rocket een stepje aan de grond rijdt in de bocht draait automatisch je mentaliteit bij tot de stelregel ‘het is pas een geslaagde bocht als er geschraapt wordt’, p
Hoorde daar geen slijtboutje te zitten? Kromme pook en geschaafde steun, ons werk zit er weer op
Lijntrekker avant la lettrerobeer dat op de Ducati vooral niet na te doen. Het is wel haalbaar uiteraard, maar daarvoor zul je een fors stuk beter je best moeten doen. Maakt het des te bevredigender als het lukt natuurlijk, maar je hebt er ook meer ruimte voor nodig.
Toch zal het je gebeuren dat je op de Diavel actief op zoek gaat naar ‘lekkere stuurbochten’ en –weggetjes die na verloop van tijd ernstig op dezefde wegen lijken als die voor je naked of supersport. De Triumph kan het niet minder schelen, die wil liever stayeren of, als het moet, zal zich nooit te beroerd voelen voor een sprint. Als het moet inderdaad, want de uitkomst is toch al bekend. Maar ach, wie ben jij als Rocketeer om je tegenpartij geen tragische afgang te gunnen? Keer na keer na keer trekt de driecilinder de tegels uit de weg en laat je zien wie de baas van het groene licht is. klinkt enigzins bekend? Eenzelfde conclusie trokken we eerder al bij de strijd tussen Diavel en V-Max. En terecht, want de Yamaha en Triumph kennen legio overeenkomst, meer zelfs dan de Duc. Rollen de Japanner en Brit liefst met hun spieren, de Italiaan laat liever zien wat hij er mee kan. En dat is gewoon indrukwekkend. Met minder gewicht en nog veel minder vermogen lijkt de twin het af te moeten leggen, dat geldt slechts totaan de eerste bocht. Niet om te zeggen dat de Triumph geen bocht om te krijgen is, integendeel. Maar is de Duc een stiekemerd in vermomming, d
Ook aan de trompetzijde lopen de meningen uiteen. Bandbreedte krijgt ook een nieuwe definitie zo.. moeilijk voor te stellen dat de Triumph zowat even breed is als de Duc trouwens
Sorry, spoedje.e Triumph rijdt toch zoals hij er uit ziet en dat betekent beheerst blijven want het is nogal een hand vol om op een oor te zeulen. Al bij de eerste knik maakt de Duc meters die met geen mogelijkheid meer goed te maken zijn. Ook omdat de Diavel motorisch nog steeds kan beschikken over de bak en verhoudingen van de Multistrada en die houdt ook niet zo van stilstaan of zachies an rijden. Zou je er beter op kunnen zitten, dan is de Diavel zelfs niet vies van een beetje groottoerisme. Nu dwingt het zadel je toch wat in een houding die na verloop van tijd wat ‘pien in d’n kont’ geeft.
Dat doet de Triumph wat minder, maar deze is dan weer behept met zijn afmetingen, wijd uitgesperde zithouding en vijfbak. Natuurlijk is hier wel hard mee te rijden, maar de uitdaging is je net zo lang goed vast te houden voor álle vijf versnellingen. Vijf inderdaad, dat leek ze blijkbaar wel weer genoeg. Kunnen wij het niet mee oneens zijn, de vijfde werkt eigenlijk al als overdrive en veel harder rijd je toch niet. Een gezond sportieve kruissnelheid zal liggen rond de 140 op de teller, waar de rijwind nog acceptabel is. daarboven lijkt het alsof de wind niet meer omgeleid wordt door kroonplaat en tellers maar je gewoon vol op je lijf blaast, wat snel onaangenaam zwaar wordt. Toch wel een beetje solidair, een soort van ‘ik spierballen, dan jij ook’.