Introductie: Yamaha X-Max 400
Daarbinnen en daarbuiten
Inhoudsopgave |
---|
Introductie: Yamaha X-Max 400 |
Lombardische metropool |
Daarbinnen en daarbuiten |
Conclusie |
Technische gegevens |
Eenmaal plaatsgenomen op het zadel overheerst een vertrouwd, compact gevoel, dat je als rijder actief in het geheel integreert. De greep naar het stuur volgt intuïtief, met rechtop zithouding en een ontspannen hoek van de knieën is het aangenaam vertoeven met veel overzicht, hoewel er toch een kanttekening is. Net als bij de X-Max 250 is de binnentunnel breed gebouwd,wat ten koste van de breedte van de treeplanken is gegaan die best wat ruimer hadden mogen zijn. Bij de vele stops krijgen rijders met een normale lengte ondanks de bescheiden zithoogte van 785 mm door het brede geheel niet beide voeten plat aan de grond. Niet dat dát een groot probleem is, het in verhouding lage gewicht van 211 kilo van de X-Max is zo goed uitgebalanceerd, dat de scooter ook met een been goed te controleren is.
Voor wat betreft de reiskwaliteiten hoeft de nieuwe 400 zich niet te schamen: achter het ten opzichte van de 250 vijf centimeter hogere windscherm en de uitladende voorpartij geniet de rijder van een goede weer- en windbescherming, die haast het niveau van Maxi-scooters evenaart. Hetzelfde kan worden gezegd over de zitplaats voor de duopassagier, die niet in de laatste plaats dankzij diep geplaatste uitklapbare voetsteunen en een genereus zadel een onberispelijk zitcomfort biedt.
Het geringe gewicht van de scooter komt grotendeels voor rekening van het sterk verbeterde stalen buisframe, dat ondanks een geoptimaliseerde stijfheid anderhalve kilo lichter dan bij de 250 is. Voor wat betreft de banden hebben de engineers voor hetzelfde 15” voorwiel als de andere familieleden gekozen,
Strakke lijnen kenmerken de X-Max 400
Van welke kant je 'm ook bekijkt...enkel aan de achterkant is een kleinere een bredere 150/70 R 13” achterband toegepast. Dat dit geen verkeerde keuze is laat niet alleen de uitgesproken wendbaarheid zien, waarmee de X-Max door de kleinste gaatjes in het verkeer te sturen is. Ook op de bochtige wegen rond het Comomeer is de X-Max doelgericht en precies de bocht in te steuren, terwijl volgas op de snelweg terug naar het centrum van de stad niemand over de uitstekende rechtuit-stabiliteit te klagen heeft. Wiebelen of pendelen is de X-Max bij dit tempo helemaal vreemd. Vergeleken met de Majesty ‘tourbuffel’, waarvan het motorblok afkomstig is, is de X-Max niet alleen vanwege het negen kilo lagere gewicht (de X-Max weegt rijklaar 211 kg, terwijl de Majesty 220 kg op de weegschaal brengt) het wendbaardere concept. Daarvoor zijn ook de compacte afmetingen die haast gelijkwaardig aan de X-Max 250 zijn, tevens verantwoordelijk.
Bij een uitstapje over klinkerwegen van de binnenstad zorgt de zowel voor als achter 110 mm veerweg van de 35 mm voorvork en de met dubbele schokbrekers afgeveerde achterkant met ingebouwde aandrijflijn voor een goede comfort en worden de meeste hobbels goed verwerkt. Enkel bij de voor ons gevoel vijf centimeter lager gelegen putdeksels hebben de edele delen het zwaar te verduren, maar daar is geen enkel kruid tegen opgewassen. Hier moeten ook de remmen met regelmaat worden aangesproken, de dubbele remschijven met 267 mm doorsnee en tweezuiger remklauwen voor en de eveneens van tweezuiger remklauw voorziene enkele remschijf achter zijn zo goed te doseren en effectief, dat zelfs voor zich plots op de rijbaan begevende gehaaste passanten ontspannen kan worden gestopt. Het is alleen jammer dat de aangekondigde ABS versie eerst vanaf begin 2014 leverbaar is.
Voor wat betreft uitrusting kan de nieuwe X-Max prima meekomen met de grotere – en duurdere – Luxe-klasse. Vlak voor het hotel valt m’n blik op de cockpit in T-Max stijl, waar na de trip van 160 kilometer de benzinemeter een halfvolle tank signaleert – met 14 liter heeft het vat van de benzinevoorraad een aangenaam volume. Trouwens, over aangenaam volume gesproken, ook de opbergruimte onder het zadel is met 37 liter niet verkeerd en maar liefst 10% groter dan de X-Max 250, en biedt daarbij plaats voor twee volwaardige integraalhelmen. De ruimte onder het zadel wordt verder aangevuld met twee opbergvakken in de kuip, waarvan het linkse vak afsluitbaar is uitgevoerd. Hier kan meer dan alleen een routekaart en de kaartjes van de tolpoort worden opgeborgen. Pas in de slecht verlichte ondergrondse parkeergarage is een minpunt aan de opbergruimte te ontdekken: onder het zadel is geen verlichting aangebracht en ook een 12-volt aansluiting om je lege telefoon op te laden ontbreekt.