Test: Honda Deauville Club Edition
Club Edition
Inhoudsopgave |
---|
Test: Honda Deauville Club Edition |
In vogelvlucht |
Club Edition |
Twee maal is scheepsrecht |
Conclusie |
Technische gegevens |
Hoewel de Deauville het anno 2012 qua verkoopcijfers nog geeneens zo verkeerd doet wordt ons snel duidelijk dat de fiets in zijn zesde jaargang de jongste niet meer is. De vormgeving zou voor 2012 begrippen best wel wat frisser mogen zijn, evenals het dashboard dat uit een viertal analoge wijzers bestaat waaruit naast Toerental en snelheid de benzinevoorraad en koelvloeistof temperatuur wordt weergegeven.
Het kleine digitale display, waar totaalafstand, twee tripmeters en het gemiddeld verbruik in wordt weergegeven, staat in schril contrast met de hedendaagse boordcomputers waar je met een druk je hellingshoek via Facebook met al je vrienden kunt delen.Toch blijkt de 2012 versie te verschillen van de versie die voor het laatst door ons werd getest, zo constateren we als de fiets bij Honda in Schiphol-Rijk wordt afgehaald. Van de introductie van het 2006 model stonden de klungelige Japanners nog het meest in het geheugen gegrift. Tijdens de lunchpause hadden die hun handen vol aan het ‘easy to adjust’ windscherm, dat op ons verzoek in hoogte moest worden versteld. Mijn verhaal echter nog niet klaar of de vriendelijke medewerker van Honda kijkt me aan, geeft een ruk aan het scherm en zet ’t daarmee in een beweging van laagste in hoogste stand. Blijkt Honda het scherm voor modeljaar 2008 te hebben aangepast. Onze Club Edition is verder van een topkoffer voorzien, terwijl aan het stuur handvatverwarming is aangebracht en de standaard kofferdeksels zijn ingewisseld voor bredere exemplaren, waarmee de fiets in totaal over 115,5 liter aan bagageruimte (37 liter links, 33,5 liter rechts, 45 liter top) beschikt.
En zo regent het weer pijpenstelen...
Waar de gemiddelde gebruiker de Deauville voornamelijk om te forenzen gebruikt hebben wij een flinke trip met de fiets in het verschiet. Op de planning staat een trip naar het Westerwald en daarvoor is de Deauville een perfecte kandidaat. De motor beschikt dankzij z’n extra topkoffer
Aan opbergruimte geen gebrek, het opbergvak heeft bij deze Club Edition bovendien een 12-volt aansluiting. Losse breekstukken in de kuip, waarachter een valbeugel schuilt. Scheelt weer kosten bij een val
Probeer dan nog maar eens je ondergoed droog te houden
Jawel, smoked knipperglaasjes bij de Deauville. Moet niet gekker wordennu over een bagageruimte waar een maandvoorraad aan proviand in past, hoewel het voor wat betreft de zijkoffers wel lastig is om daar de spullen goed in te krijgen. Om te voorkomen dat de deksels doorklappen zijn deze met koorden aan de binnenkant van de koffer vastgemaakt, maar de opening is aan de krappe kant en bovendien zijn de koorden niet eenvoudig los te maken, waardoor het telkens vakkundig proppen was. En dat is jammer, langere koorden of een koord dat eenvoudig kan worden losgeklikt maakt dat de op zich echt niet misselijke opbergruimte ten volle zou kunnen worden benut.
Werd bij onze eerste kennismaking in 2006 de motor nog met een verbruik van amper 1 op 17 door ons afgetankt, blijkt de fiets anno 2012 een heel stuk economischer met het zwarte goud om te gaan waardoor er per tank flink wat kilometers kunnen worden afgelegd. Wat heet economischer, hoe hard we ook onze stinkende best deden, het lukte ons domweg niet om een hoger verbruik dan 1 op 20 te noteren. En dat terwijl de navigatie zijn stinkende best had gedaan om ons dankzij ‘vermijd snelweg’ op de heenweg rond lunchtijd dwars door Düsseldorf te sturen, we op de terugweg op de drukke Duitse A3 vanwege de vele wegwerkzaamheden met flink wat files werden geconfronteerd en er ook nog een stuk 160+ snelweg in de test was opgenomen. Laat je trouwens niet in de luren leggen door de tankmeter,
die het tweede deel wel heel erg snel zakt en je het idee geeft met een bijna lege tank aan het rijden te zijn, terwijl er bij het aftanken nog flink wat benzine voorradig blijkt te zijn.Echter, waar we er niet in slaagden om de Deauville méér dan 5 liter op 100 kilometer te laten verbruiken, lukte het ons ook niet om écht zuiniger te rijden. Ongeacht of de motor werd afgemat of niet, telkens lag het verbruik op hetzelfde niveau. En dat is zondermeer jammer te noemen, want om nou bij tempo 160 eenzelfde verbruik te noteren als bij een toeristische tocht door het boerenland is niet bepaald logisch te noemen. Bovendien blijkt de gemiddeld verbruiksmeter aan de enthousiaste kant, waar de slimme iPhone app elke tankbeurt uitwees dat we opnieuw een verbruik van 1 op 20 hadden gerealiseerd wilde de Deauville ons steevast doen geloven met een liter Euro loodvrij een kleine 24 kilometer ver te zijn gekomen.
|