Introductie: Kawasaki Ninja 300
Des te groener…
Dat Kawasaki z’n huiswerk verdomd goed heeft gemaakt blijkt al snel als we vanuit ons hotel in Mainz vrij snel de snelweg op worden gedirigeerd. Het vroege tijdstip van de dag maakt de weg drukker dan normaal, maar desondanks slagen we er al snel in de topsnelheid van de fiets uit te testen. En dat viel zeker niet tegen. Bij een kleine 140 km/u greep de begrenzer in vierde versnelling in,
Tweezuiger remklauw met 290 mm wavedisk staat garant voor goed ankerwerk, zolang je geen Moto3 race aan het rijden bent. Het display met centraal geplaatste toerenteller is overzichtelijk en goed afleesbaar, enkel de controlelampjes zijn niet goed zichtbaar in een felle zon
"Nee echt ik zweer 't je jongen, dit is echt een Ninja300." Pfff, hoe vaak moeten we dat nog zeggen vandaag?
De trillingsvrije spiegels mogen zeker gezien worden, maar 't is dankzij z'n vorm wel even uitkienen om een goed zicht naar achteren te krijgen. Uit de demper klinkt een leuke roffel, zeker als je continue in het vijfcijferige toerengebied zit. De nieuwe wielen zijn qua design afgeleid van de ZZR1400om datzelfde bij 167 km/u in z'n vijfde versnelling te doen. In zesde versnelling werd de begrenzer niet gehaald, maar hield het verhaal bij 184 km/u helaas voor mij op. Dat zal echter ongetwijfeld meer aan het surplus aan kilo’s van uw redacteur dan het gebrek aan vermogen bij de fiets hebben gelegen. Zeker weten dat met een lichtere rijder en iets meer slipstream je dicht in de buurt van de 200 km/u grens zult weten te komen. De motor is op topsnelheid ook nog eens verrassend stabiel. Tenminste, zolang je niet samen met je collega journalisten in Moto3 stijl elkaar op de snelweg af probeert te troeven. Met tempo 180 plus op de klok, tussen twee andere Ninja’s ingeklemd, begon mijn fiets lichtjes te pendelen waardoor wijselijk de gaskraan even werd gesmoord. Per slot van rekening zijn twee gebroken ribben voorlopig meer dan genoeg.
Vanuit de snelweg vervolgt de route zich naar het centrum van Frankfurt, waar de stadse kwaliteiten van de fiets kunnen worden getest. Het motorblok is soepel en sterk genoeg om met het alledaagse verkeer mee te komen, en ook de Thaise banden bieden hier voldoende grip. De zithouding is redelijk sportief, maar dan zonder dat het oncomfortabel wordt en dankzij het smallere zadel kunnen nu de voeten gemakkelijker aan de grond worden gezet. Voor het comfort zijn de clipons boven op de kroonplaat gemonteerd, terwijl de voetsteunen net als bij z’n grotere broers ditmaal geheel uit aluminium zijn vervaardigd. Hetgeen men wist te realiseren door het motorblok ditmaal in rubber op te hangen, waardoor de lompe rubber voetsteunen achterwege konden blijven. En ook dat miste zijn uitwerking niet, niet alleen is het motorblok over de hele range nagenoeg trillingsvrij, bovendien bieden de aluminium voetsteunen veel grip en ziet het geheel er beduidend sportiever uit.
Vooruit, het is geen Times Square, maar hartje Frankfurt is ook geen verkeerde metro pool. Doen wij uiteraard wel in stijl...
Het hobbelige bij tijd en wijle kasseien wegdek wordt door de soepele vering goed geabsorbeerd. Ten opzichte van de Ninja250 is de setting van de vering juist soepeler gemaakt om meer comfort op hobbelige wegen te creëren, terwijl dit niet ten koste moet zijn gegaan van stabiliteit op bochtige stuurwegen.
Een van de lessen die Kawasaki uit het verleden had geleerd, waar de Ninja250 was gepositioneerd voor in de stad bleken de 13.600 Europese eigenaren veel meer dan dat met de machine te doen. Ongeveer een derde gebruikt de fiets daadwerkelijk voor in de stad, een derde rijdt er ook mee op de snelweg terwijl het resterende derde deel de Ninja250 ook gebruikt om ’s weekends mee te sturen. Qua comfort hebben we in de stad dan ook weinig reden tot klagen, de kasseien worden als een flanellen laken geabsorbeerd waardoor ook in de stad brutaal kan worden gestuurd. Ondanks de – zeker voor de locatie en tijd van het jaar – ongebruikelijk hoge temperatuur van ruim 25 graden is de zit op de fiets relatief fris. Waar zijn voorganger onder deze omstandigheden graag een bakoven wilde worden is bij de Ninja300 de warmelucht stroom van de radiateur aangepast, waardoor de warme lucht niet zozeer via de gaten in de zijkuipdelen maar langs de onderkant van het motorblok worden afgevoerd. En je er als rijder dus geen last meer van hebt.Zo comfortabel als de fiets is in de stad, zo strak kan er met de machine binnendoor worden gestuurd. De motor voelt beduidend sterker dan het vorige model, zoveel dat je haast zou vergeten met ‘slechts’ 296cc onderweg te zijn. De koppeling laat zich vederlicht bedienen en de versnellingsbak is trefzeker. Enkel bij schakelen zonder koppeling wilde de bak wel eens in tweede versnelling blijven hangen, maar buiten dat hadden we daar niets op aan te merken. Om normaal met het verkeer mee te rijden is de motor opmerkelijk goed schakellui te rijden, maar het feest werd pas echt leuk nadat na de lunch een
Garmin op de fiets was gezet en wij met een “We zien jullie straks wel terug bij het hotel” onze eigen weg konden gaan. Wat in ons geval betekende dat samen met de andere collega’s van de Nederlandse afvaardiging de resterende honderd (stuur)kilometer in iets meer dan vijf kwartier werden afgelegd.We zeiden het al, de Ninja300 voelt sterker aan dan zijn papieren cijfers doen vermoeden, wat zich op de Duitse slingerwegen vertaalde in een drietal Ninja vechters die alles en iedereen in wisten te halen. Nu waren ook de meest diverse motorrijders onderweg, en aan een chopperrijder is niet zoveel eer te behalen, maar zelfs een sportief rijdende Porsche moest er aan geloven. Een indrukwekkende acceleratie a la ZZR1400 kun je uiteraard wel vergeten, maar in het gebied tussen de 8.000 en de toerenbegrenzer ging de Ninja300 toch behoorlijk rap van z’n plaats.
Het meest hielden we 'm echter in het vijfcijferige gebied, waarbij opviel dat de motor zijn vermogen vasthoudt tot in de begrenzer, wat 'm toch een best brede powerband geeft. De Ninja voelde daarbij ook nog eens behoorlijk strak aan, met dank aan het verstevigde buizenframe. Pas bij het uitpersen van de laatste paarden in snelle bochten en op niet biljartlakenstrak asfalt wilde de fiets aan de achterkant wat gaan pompen, maar dan nog bleef de fiets goed onder controle te houden en mooi zijn lijn volgen. Niet op het niveau van een dikke supersport, maar dat hoef je van een driehonderd ook niet te verwachten. Ondanks dat de Ninja nu over een 10mm bredere achterband beschikt is ie nog steeds met speels gemak de hoek om te krijgen. Ook op de remmen hadden weinig tot niets aan te merken. Voor het publiek en inzetgebied waarvoor de fiets is bedoeld zijn de remmen prima geschikt, maar voor een circuitdag zal je snel wat meer bite willen hebben.
Over accessoires is meteen goed nagedacht. Voor diegenen die 'm nóg vetter willen maken. De LeoVinci uitlaat is trouwens CE goedgekeurd