Test: Triumph Speed Triple 1050

Dat we met de met de nieuwe Speed Triple een redelijke primeur in huis hebben wordt nog eens extra benadrukt als we de fiets bij Triumph’s Benelux importeur in Alkmaar begin dit jaar mogen ophalen voor een eerste kennismaking. Knal hier maar door de bocht, zegt ie dan... Liever hadden we – zeker onder de koude en natte winterse omstandigheden waarin we de motor konden rijden – de ABS versie onder de kont gehad, maar deze was nog niet leverbaar. Ook blijkt onze testfiets nog niet te zijn voorzien van de juiste rempomp, zo weet Triumph’s technische man ons te vertellen. De modificatie is gelukkig alleen van optische aard, onze testfiets is uitgerust met een aluminiumkleurige rempomp waar de definitieve versie een zwart exemplaar heeft gekregen, net als de houder van de koppelingshendel. Klein detail dus en niets om ons druk om te maken.

Met temperaturen van nét onder het vriespunt maak ik me op voor de eerste rit op de Speed en voel op de snelweg al snel een snijdende wind in mijn nek. Ondanks het fraaie windscherm uit de accessoirecatalogus is de windbescherming op de fiets nihil. Nu is dat iets om normaal gesproken bij dit soort fietsen niet wakker van te liggen, maar onder deze koude omstandigheden was een aerodynamische windstroom een waardevolle aanwinst geweest. Het schermpje heeft dus meer een optische functie dan dat het je daadwerkelijk beter uit de wind zal houden. Het maakt de motor wat ons betreft wel af en geeft de fiets een veel
Boven: Dé grote cultuurschok van de 2011 Speed Triple, afscheid van de ronde koplampen die dertien jaar lang kenmerkend waren voor de fiets.
Onder: Vernieuwde tellerunit met betere bediening, snelheidsmeter verplaatst naar 't digitale display dat qua functionaliteit niet is veranderd. Een buitentemperatuurmeter ontbreekt helaas nog steeds.
  fraaier smoelwerk dan de kale versie waarbij de nieuwe dubbele design-koplampen nogal ehm… wennen zijn ten opzichte van de conventionele dubbele koplampen die meer dan een decennium zo kenmerkend zijn geweest voor de Speed Triple.

Dat Triumph met de Speed Triple zondermeer een succesnummer in huis heeft werd vorig jaar tijdens de presentatie van de fiets op de Intermot door de Britten benadrukt. Vanaf z’n introductie in 1994 werden meer dan 65.000 units wereldwijd verkocht, waarmee de Speed Triple het best verkochte model uit de Triumph catalogus is. Het succesverhaal van de Speed toont op veel vlakken gelijkenis met Ducati’s welbekende Monster, die de Italianen van de ondergang redde en sinds zijn lancering in 1993 het best verkochte model uit de Ducati range is. Net als bij Triumph stond het ontwikkelingsteam bij Ducati enkele jaren geleden voor de ondankbare taak een opvolger te ontwikkelen die overduidelijk nog een Monster moest zijn, maar dan op alle fronten verbeterd. Sleutelen aan het design mocht, maar niet te veel om Monsterfans niet af te schrikken. De nieuwe Monster werd in 2008 gelanceerd, bleek daadwerkelijk beter en werd door Monsterfans wereldwijd met open armen ontvangen.

Precies dát succesverhaal had John Bloor voor ogen toen hij zijn ontwikkelingsteam opdracht gaf voor de ontwikkeling van deze 2011 Speed Triple. De nieuwe fiets moest in een oogopslag direct als Speed Triple te herkennen zijn, De grapjas, als er nou winterbanden onder hadden gelegen in plaats van Racetec's K3 maar moest qua design wel duidelijk ‘nieuw’ zijn. En beter dan z’n voorganger, stukken beter, per slot van rekening staat de concurrentie niet stil. Toch is er één groot verschil tussen het Italiaanse succesverhaal van de Monster en dat van de Britten. Daar waar we vóór de nieuwe Monster al jaren een ‘more of the same’ gevoel hadden dat (net als bij MV Agusta’s Brutale en F4) broodnodig aan vervanging toe was, hadden we dit gevoel het afgelopen jaar totaal niet toen we nog met de Speed Triple SE onderweg waren. Laat staan dat er zoveel van verkocht zijn dat ie als ‘Opel Astra’ kon worden aangemerkt. Alleen dát al hadden de Britten met de Speed Triple dus veel beter voor elkaar dan de Italianen met hun Monster.

De nieuwe Speed Triple kreeg van Triumph duidelijk een sportievere inslag en dat wilden de Britten realiseren door de handling en ergonomie van de – zeker in de Benelux – succesvolle Street Triple R als uitgangspunt te nemen voor de ontwikkeling van de nieuwe fiets. Dat terwijl onderzoek had geleerd dat 92% van de huidige –ondervraagde- Speed Triple rijders hun fiets als ‘uitmuntend’ of ‘erg goed’ hadden gewaardeerd en er geen enkel significant punt was waarop de fiets de rijders had teleurgesteld. Tel daarbij op dat de fiets ook het afgelopen jaar nog bij diverse internationale media in vergelijkingstesten meermaals als winnaar uit de bus was gekomen en je zou je kunnen afvragen of een upgrade überhaupt wel nodig was geweest.