Test: Triumph Speed Triple 1050
Goeje poejer
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Speed Triple 1050 |
Next generation |
Goeje poejer |
Conclusie |
Technische gegevens |
De uitdaging bij de 2011 Speed Triple lag er dus in de Triumph Streetfighter look verder te ontwikkelen, terwijl de belangrijkste kenmerken waar de motor bij klanten bekend en geliefd om was behouden moesten blijven. Eind 2008 werd het eerste kleimodel geproduceerd en kreeg het ontwerpteam groen licht voor verdere ontwikkeling van de fiets. Het grootste discussiepunt van de nieuwe Speed Triple was de styling van de nieuwe koplampen, de oude ronde komlampen waren al meer dan 13 jaar het gezicht van de Speed en daarvan afwijken was een belangrijke beslissing in de ontwikkeling van ‘the next generation’.
Het nieuwe kontje is ranker en daardoor eleganter dan z'n voorganger, de dubbele hooggeplaatste uitlaten zijn gebleven. Het definitieve ontwerp werd in augustus 2009 goedgekeurd en in diezelfde zomer werd de fiets volop op het circuit getest. Dat de nieuwe Speed daadwerkelijk deed wat het team 18 maanden daarvoor voor ogen had gehad bleek uit testresultaten op het Spaanse Calafat, waar de motor volgens Triumph dik zeven seconden sneller was dan z’n voorganger en slechts een fractie langzamer dan het supersport ronderecord. Daarnaast werd de fiets volop op straat getest. Zo maakte één prototype een 3000 mijl toer door Europa, inclusief volgas Duitse Autobahn, de Pyreneeën en de beruchte Duitse Nordschleife.
In tegenstelling tot de oude Speed die als oorspronkelijke caféracer al snel doorgroeide tot een echte straatgeoriënteerde streetfighter waarmee ook op het circuit kon worden gereden, kwam bij de ontwikkeling van de nieuwe Speed Triple het accent dus veel meer op ’t circuit te liggen, waarbij de motor -uiteraard- comfortabel genoeg moest blijven voor op straat. Precies dát is wat ons de eerste kilometers met de Speed direct opvalt: de motor voelt beduidend straffer afgeveerd maar heeft wel een veel meer ontspannen zithouding waardoor je ’t lang op de fiets zult kunnen volhouden. Naar mijn persoonlijke voorkeur en smaak was de fiets zelfs iets té straf afgeveerd, maar gezien het koude weer lieten we de vering voor wat het was en namen we het ongemak maar voor lief. Zeker weten dat onder meer zomerse omstandigheden de volledig instelbare vering veel beter tot z’n recht zal komen.
Okay, er ligt geen sneeuw, maar da's ook 't enige wat ontbreekt in dit winterse beeld. Waar is de erwtensoep?
Het brede stuur ligt lekker in de hand, het zadel heeft dankzij z’n 5 mm lagere zithoogte (nu 825 mm) een prima zit en de voetsteunen zitten precies waar je ze verwacht, hoog genoeg voor genoeg grondspeling (hoewel we dat in deze omstandigheden niet echt hebben kunnen testen) en niet té hoog voor een verkrampte zithouding. Hoewel het uiterlijk anders doet vermoeden werd de nieuwe Speed Triple van de grond af aan opnieuw ontwikkeld, enkel het – weliswaar gemoderniseerde - motorblok werd overgenomen van z’n voorganger. Te beginnen met het rijwielgedeelte, dat een nieuw aluminium twin-spar frame kreeg waarbij het motorblok 3 mm en 7° naar voren werd gekanteld om meer gewicht op ’t voorwiel te krijgen. Ook de accu, bij z’n voorganger onder het zadel, werd verplaatst naar boven de airbox in de zoektocht naar de perfecte gewichtsverdeling en om grondspeling te verbeteren en de motor beter te laten sturen werd het frame bovendien smaller gemaakt. Om de fiets verder meer stabiliteit te geven werd de nieuwe enkelzijdige achterbrug 18,5 mm langer, terwijl bovendien 1 kilo aan gewicht werd bespaard. Ook de nieuwe wielen zijn elk één kilo lichter, waarmee de nieuwe Speed Triple met z’n rijklaargewicht van 214 kilo 3 kilo lichter is dan zijn voorganger.
Ow, dáár... had je dat niet eerder kunnen vertellen.
De fiets kreeg daarnaast volledig instelbare vering en Brembo Monoblocs, waarbij de remschijven 0,5 mm dunner zijn dan z’n voorganger voor een verbeterd onafgeveerd gewicht. Net als bij de vering waren ook bij de remmen de weersomstandigheden niet bepaald ideaal om deze tot het uiterste te pushen, niet in de laatste plaats vanwege de gemonteerde Metzeler Racetec K3 banden die als eerste montage werden gemonteerd om z’n circuitaspiraties te benadrukken. Sterker, daar hadden we tijdens deze winterse test meer last dan voordeel van.
Ziet er stoer uit en is bovendien functioneel, los van de trillingen heb je een goed beeld naar achteren zonder storende armen of ellebogen. Met regelmaat voelden we de motor over voor- en achterwiel wegglijden op het ijskoude en natte asfalt, waardoor we voor ons gevoel vaak op eieren aan het rijden waren hetgeen het stuurgedrag van de Speed Triple niet ten goede kwam. Op de spaarzame koude maar wel droge momenten dat we onderweg waren en de fiets enigszins kon worden gepusht voelde de Speed zich als een vis in het water, maar op het natte gingen de sportieve elementen juist tegenwerken.
Meer nog dan de verbeterde zithouding en het sportievere rijwielgedeelte zijn we echter onder de indruk van de vermogensafgifte van de nieuwe Speed, en dat is opmerkelijk aangezien volgens Triumph de fiets motorisch wel onderhanden is genomen, maar niet schrikbarend. Was de oude Speed al een toonbeeld van souplesse, deze 2011 versie doet daar op alle fronten nog een stevige kolenschep bovenop. Nog maar koud gewend aan de fiets worden we onder een stralende zon op de rondweg Noord van Utrecht al verwend met een uitzonderlijk fraaie wheelie in tweede en derde versnelling die zich met stip in mijn persoonlijke wheelie top vijf heeft genesteld. Het vermogen van de Speed steeg naar 135 pk, terwijl over de hele linie het koppel werd verbeterd met nu een 8% sterker maximaal koppel van 111 Nm bij 7.750 toeren per minuut. En dat voel je, de motor laat zich in zesde versnelling probleemloos tot onder de 2.000 toeren afknijpen waarna bij volgas de motor er als een speer vandoor gaat. Om dit te realiseren werd de interne ademhaling verbeterd om pompverliezen te reduceren. Ook de versnellingsbak werd volgens Triumph onderhanden genomen, maar voelt nog steeds zwaar aan en is daarmee nog niet op het niveau van z’n concurrenten. De maagdelijke kilometerstand van net iets meer dan 1.000 kilometer zal daar ook debet aan zijn geweest.