Introductie Kawasaki Ninja 250 R
Oxi Action
Eenmaal plaatsgenomen op de Ninja blijkt dat ook vanuit de bestuurderspositie de motor opvallend volwassen aanvoelt. Dat is mooi, want het laatste wat je wil als ex-bromfietsrijder is op dezelfde leest doorgaan. Daar haal je je rijbewijs niet voor. Maar er is meer. Zo hebben we het wel over een 250 cc staande tweecilinder viertaktmotor, met injectie, kat, een zesbak, de hele rambam. Zelfs het luchtfilterhuis is zo ontworpen dat je er vanaf de zijkant eenvoudig bij kunt; hoef je tenminste niet de hele motor te demonteren. Dat klinkt al een stuk beter. Of tenminste, stationair is het blokje zo lief als maar kan zijn en zul je op de toerenteller af moeten lezen of het machientje daadwerkelijk draait. Daar klinkt haast niets! Was er niet toevallig een kek pijpje in het accessoirepakket gepropt? Wat spelen met het gas wil ook werken, en met de inderdaad licht bedienbare koppelingshendel is de eerste versnelling zo ingeschakeld. En vanaf dat moment is ook een serieus journalist niet bestand tegen de hilariteit die dit motortje biedt. De eerste versnelling is zó kort dat nog vóór de andere zijde van een zebrapad een volgende gang ingeschakeld wordt, de overige versnellingen vergaat een zelfde lot. Zo is het mogelijk om bij een astronomische snelheid van wel dertig hele kilometers per uur de zesde versnelling in te schakelen. Gas geven resulteert daarna in een gestage snelheidstoename, zonder hik, slik of wat dan ook. De bovengrens van 13.000 toeren zul je in de stad niet zien (of je moet het echt bont willen maken bij een stoplichtsprint), maar eenmaal daarbuiten of een poging wagend de luchtweerstand op topsnelheid te tarten is ook dat mogelijk. Binnen de beperkte mogelijkheden van een doorweekte metropool met dito verkeersaanbod is op een gevallen gat net even 130 aangetikt voordat de ankers weer aangesproken moesten worden, maar het potentieel is er. Dat, dames en heren, valt nou het beste te omschrijven als souplesse. Nog vragen?
Met ieder individu gestoken in het beste raceleer, een Zumo op het stuur en een omgeving als dat van de bergen rond Barcelona waren we er helemaal klaar voor: dit groene monstertje zouden we eens fijn de oren wassen! Maar helaas, zoals moeders thuis vroeger ook de na-diner buitenspeelpret placht te verstieren door dreigend te wijzen op stapels vaat, een borstel en een theedoek, zo wierp ook nu op het allerbelangrijkste moment moeder natuur roet in het eten door uitgerekend nu de hemelsluizen te openen en de stad eens fijntjes van het wintervuil te ontdoen. Daarbij kijkt moeder natuur niet op kleinigheidjes als 250 cc motorfietsen en gelijk de hele enzymenbende van Lever’s Zeep spoelden alle Ninja’s met gezwinde spoed terug naar het veilige heenkomen van het hotel.
Dit neemt echter niet weg dat er ook zónder de maximale hellingshoek, wegligging bij hogere snelheid en koersvastheid bij snel omgooien te testen gewoon heel, heel veel erg ok is aan de motor. De vering is weliswaar niet instelbaar en toegespitst op 250 cc gebruik, daarbij is ze zeker wel in orde en netjes uitgebalanceerd. Zo ook de remmen: gewoon niks mis mee. Uiteraard is het geen ZX-6 of 10, maar dat is ook op het eerste gezicht wel duidelijk. Plus dat er gewoon een berg minder massa tot stilstand gebracht hoeft te worden natuurlijk. Voor kleine wasjes heb je minder wasmiddel nodig. De achterrem hetzelfde; daar zit trouwens wel gewoon een goeie schijf en geen half-af trommeltje, en is nog best in staat bij aanrijden naar een stoplicht een frivool remspoor te leggen, supermotard-stijl. Trouwens, die standaard gemonteerde IRC bandjes doen het nog lang zo slecht niet. Ook die zijn een rijsessie onder droge omstandigheden waard, nu waren ze in ieder geval adequaat om de remsporen enkel op het asfalt te laten. Zeker bij een vakantiewasje een geruststellende gedachte.