MotoGP Aragon: Perfect Weekend voor Marc Marquez, Bagnaia crasht

De twaalfde ronde van de MotoGP op Motorland Aragon - de derde van vier Spaanse Grand Prix - zal om meerdere redenen nog lang over worden nagepraat. Het was hét weekend van Marc Marquez, die de afgelopen vier jaar door een ontzettend diep dal met 4 operaties is gegaan, aan zichzelf begon te twijfelen en een zeer lucratief contract met Honda verbrak om naar het enige nog beschikbare zitje bij Gresini Racing ging, om de lol in het racen weer terug te vinden en uit te vinden of hij überhaupt nog competitief kon zijn. 

Het was echter ook het weekend waar zijn jongere broer Alex een belangrijke stempel op het kampioenschap zou drukken, door in de race met nog 6 ronden te gaan in aanvaring te komen met de regerend tweevoudig wereldkampioen Pecco Bagnaia, die daardoor weer tegen een enorme achterstand in het kampioenschap op Jorge Martin aankijkt. 

Net als in de Sprint had Bagnaia een dramatische start vanaf de derde plaats op de grid, waar vanwege de nachtelijke regen op het nieuw geasfalteerde circuit sowieso weinig grip bood het helemaal een drama was. Iets wat Bagnaia na de kwalificatie bij de safety commissie al had aangekaart, met het verzoek het gebrek aan grip aan die kant van de startopstelling voor de start te fiksen, maar geen gehoor had gekregen. 

Terwijl Marc Marquez bij het doven van de rode lichten opnieuw de kopstart had genomen in de race was Bagnaia teruggevallen naar de zevende plaats, maar was ditmaal niet de enige met een slechte start. Ook de meester van de raketstarts Jorge Martin had voor zijn doen een slechte start en werd door Alex Marquez gepasseerd, maar lag dankzij de slechte start van Bagnaia nog wel op de vierde plaats, met Pedro Acosta op de tweede plaats.

In twee ronden tijd wist Martin weer op te klimmen naar de tweede plaats, maar de inhaalpogingen op Acosta hadden wel veel tijd gekost, waardoor hij al tegen een achterstand van twee seconden op Marc Marquez aankeek, die dit weekend als van een andere planeet leek en onnavolgbaar was. Martin zei alleen al in de Corkscrew bocht 4 tiende seconde op Marquez te verliezen, terwijl Bagnaia zei dat Marquez in bepaalde bochten 5 graden meer hellingshoek dan hem had, zonder daarbij de voorkant te verliezen.

Net als Marc Marquez reed Jorge Martin daarna een eenzame race op de tweede plaats, terwijl achter hem een intens gevecht om de derde en laatste podiumplaats ontstond tussen Alex Marquez, Pedro Acosta, Franco Morbidelli en Pecco Bagnaia, die het eerste deel van de race wederom niet in staat bleek te zijn om 1'48'ers te realiseren - het niveau van Marc Marquez en Jorge Martin.

Pas in de tiende ronde zette Bagnaia zijn eerste 1'48.774 op de klok en liep daardoor zienderogen op de met grip worstelende Acosta in, terwijl Morbidelli vanwege een stuurfout al was teruggevallen naar de achtste plaats. In de elfde ronde klom Bagnaia op naar de vierde plaats, op tweeënhalve seconde van Alex Marquez. Vijf ronden later had Bagnaia het gat gericht en leek het slechts een kwestie van tijd voordat de derde plaats een feit zou zijn.

Twee ronden lang wist Alex Marquez de tweevoudig wereldkampioen achter zich te houden, maar ging daarna wijd bij het insturen van bocht 12 bij de kenmerkende Aragon muur. Bagnaia dacht daar meteen van de kunnen profiteren en ging Alex in bocht 13 buitenom voorbij, maar in een poging zijn derde plaats vast te houden had deze daar niet op gerekend, waardoor hij tegen Bagnaia aan botste en de twee crashten. 

Dat gaf niet alleen de derde plaats opnieuw aan Pedro Acosta, die daarmee na twee zeer teleurstellende wedstrijden weer een zeer goed resultaat heeft behaald (zijn derde podium dit seizoen, zijn zevende als je de Sprint meerekent), maar speelde ook Martin in de kaart die in de strijd om de wereldtitel zijn voorsprong tot 23 punten zag groeien, met nog 8 ronden te gaan. 
 

MotoGP Aragon, uitslag race:

Tussenstand: