Eerste rij-indruk: BMW R 18
BMW Cruiser - part II
We hebben reikhalzend uitgekeken naar de R 18, BMW's nieuwe cruiser die het debacle dat R 1200 C heet moet doen vergeten. Voor wie dat verhaal niet kent: BMW dacht met de R 1200 C in de Verenigde Staten voet aan de grond te krijgen in het Cruiser segment, maar het project was een grote flop, omdat BMW één essentieel punt over het hoofd had gezien: De R in de maand betekent normaal niet veel goedshet bestaansrecht van een Cruiser is recht evenredig met z'n cilinderinhoud, zeker wanneer je een stuk van de taart bij Harley weg wilt snoepen.
Voor Europese begrippen was de R 1200 C - die in meerdere versies op de markt werd gezet, waaronder een Road King achtige Tourer R 1200 CL - in die tijd (we spreken over eind jaren '90 - begin deze eeuw) misschien een dikke fiets, maar in de VS haalden de Harley fans hun neus er voor op. De James Bondfilm Tomorrow Never Dies, waar de motor zijn debuut maakte en een glansrijke hoofdrol in had, kon dat niet voorkomen. In 2005 viel het doek voor de R 1200 C.
Nog voordat je op de R 18 hebt plaatsgenomen, de startknop hebt gestart of er überhaupt mee hebt gereden, is je al duidelijk dat de Duitsers ditmaal hun huiswerk wél goed hebben gedaan. Hier staat een indrukwekkende verschijning en dan drukken we ons waarschijnlijk nog bescheiden uit. De motor dwingt respect af, net als een Streetfighter V4 dat doet, maar dan om een heel andere Maar R 18 is de uitzondering op de regel. Zelfs 't weer zat die ene dag meereden. Alsof een Sumoworstelaar tegenover je staat en je weet, dat moet ik niet op me krijgen.
Z'n massieve uitstraling dankt de R 18 aan zijn imponerende motorblok, met cilinders nog groter dan de wateremmers die ik thuis gebruik om onder andere motoren te wassen. Het design is een mix van Cruiser en Retro en dat zeggen de Duitsers ook zelf: hij is afgeleid van de allereerste R, de R 5, wat duidelijk te zien is aan het design van het frame met open achterbrug en dito cardan-aandrijving, de vorm van de tank en de massieve voorvork. Het vele chroom geeft de R 18 daarentegen z'n Cruiser DNA. Het massieve blok met de joekels van cilinders is net zo'n een lust voor het oog als de eenvoud van het ontwerp. Nergens zie je overbodige kabels het beeld verstoren, nog verder terug naar de basis dan dit kan haast bijna niet. Maar d'r zit ook een keerzijde aan het ontwerp, zo wordt ons duidelijk als we in fris najaarsweer met een bescheiden zon door het Utrechtse Heuvelrug landschap aan het rijden zijn.
De zit van R 18 is prima voor elkaar, de zit is met 690 mm lekker laag en het brede, gebogen stuur is naar achteren gericht, waardoor in combinatie met de iets naar voren geplaatste treeplanken een typische Cruiser-zit is gecreëerd. Het zadel is daarbij goed genoeg gepolsterd voor een doorsnee Cruiser-rit, maar we hebben wel sterk het vermoeden dat het bij een hele dag op de motor zitten een ander verhaal
Fraaie teller, mix van klassiek en modern. Net als de ronde koplamp met LED dagrijverlichting
Bekende BMW-knopjes, maar toch een iets andere uitstraling
Het blok is het middelpunt van de R 18
Het stuur is heerlijk breed en naar je toe gebogen. Het zadel lijkt comfortabel, maar na een paar uur rijden praat je wel anders
Vormgeving à la jaren '50, die uitlaat. Highway steps gaat een beetje lastig met zo'n emmer als cilinder
wordt, een verhaal van afzien. Na anderhalf uur rijden zijn we blij even te kunnen stoppen om even wat plaatjes te schieten voor ons Facebook en Instagram account.
Erger dan het op lange afstand toch niet zo comfortabele zadel zijn de joekels van cilinders, die weliswaar supercool ogen, maar een sta in de weg zijn wanneer je even je benen wilt strekken, zoals bij een Cruiser heel gebruikelijk is. De R 18 laat maar één zithouding toe, tenzij je je voeten óp de cilinders legt. Da's niet zoals BMW het heeft bedoeld, maar het kan wel. Nu is die zithouding op zich helemaal niet verkeerd, maar doordat de ruimte tussen de treeplank en cilinder aan de krappe kant is - zeker wanneer je met stevig schoeisel of laarzen aan het rijden bent, valt het niet mee om de voorste schakelpook van de hak-teen schakeling te bedienen, evenals het forse rempedaal aan de rechterkant.
Hoewel BMW een maximum koppel van 158 Nm claimt dat al bij 3.000 toeren per minuut beschikbaar is, voelt de R 18 in eerste instantie helemaal niet zo imponerend als het gas wordt opengedraaid op de manier zoals een Cruiser rijder dat zou doen. Ontspannen rijdend op deellast voelt de massieve Cruiser haast té perfect, té gelikt. Het deed ons denken aan onze eerste rit met de R nineT, die ons precies datzelfde gevoel gaf. Het vermogen wordt supersmeuïg afgegeven en trillingen lijken de 1.802 cc Boxertwin vreemd te zijn. Opmerkelijk is dat het blok veel minder toeren draait dan je gevoel je ingeeft. Pas als in het kleine digitale display naar toerental wordt geswitcht zien we hoe ontzettend laagtoerig de R 18 daadwerkelijk is. Bij 90 km/u maakt het blok ongeveer 2.000 toeren, Morgen schijnt het weer te gaan regenen. Krijgen we waarschijnlijk alsnog een nat pakbij 110 km/u is dat ongeveer 2.500 toeren per minuut, waar we afgaand op ons gevoel dat op haast het dubbele hadden ingeschat.
We zeiden het al, het blok geeft z'n vermogen supersmeuïg af, maar daar zit ook een keerzijde aan. Surfend op het koppel mis je de emotie waar Harley zo beroemd om is, die nét dat beetje onregelmatige loop die je het idee geeft dat er iets tussen je benen gebeurt. Totdat je 'm op z'n staart trapt en merkt dat er wel degelijk leven in zit. Punt is dus dat de beleving vooral bovenin zit. Nu is dat 'bovenin' wel een relatief begrip, wat bij de R 18 een toerental van tussen de 3.000 en 5.000 toeren per minuut betekend. Dan komt uit de lange klassiek ogende gewelfde einddempers een fraaie klank en trilt het blok naar hartelust. Mooi dat de R 18 'bovenin' tot leven komt, maar eigenlijk hadden we dat gevoel liever onderin gehad.
Dat blijkt gelukkig ook zo te zijn, maar alleen als je besluit helemaal diep de kelder in te gaan en de Boxertwin in de bovenste drie versnellingen tot net iets boven het stationaire toerental afknijpt, dat op 1.100 tpm ligt. In zesde versnelling vertaalt zich dat tot een minimumsnelheid van 50 km/u, R 18 laat je kiezen tussen Rock, Roll en Rain. Nu is Rock & roll wel aan ons besteed, maar we zouden meer Rain voor de kiezen krijgen dan ons lief was. Alleen wisten we dat op dat moment nog nietwaardoor op een smal landweggetje vanwege een voor ons rijdende trekker al 2 versnellingen moet worden teruggeschakeld en we met 40 km/u verder tokkelen.
Stationair tokkelen gaat de R 18 in 6e versnelling trouwens stukken beter af dan in z'n 4, laat staan dat je het in 3e versnelling probeert. Rijdend achter dat landbouwvoertuig dat net een halve meter minder breed is dan de boerenweg, proberen we het uit, om tot de ontdekking te komen dat het voorwiel bij die snelheid te weinig gyroscopisch effect heeft, waardoor rijdend met losse handen het stuur telkens naar links en rechts uitslaat en we als evenwichtskunstenaar te werk moeten gaan om 'm rechtuit te laten koersen. Het stuur gewoon vastpakken lost het probleem uiteraard ook gewoon op, maar dan hadden we niet geweten wat we nu dus wel weten.
Zoals tegenwoordig van een moderne motor te verwachten is heeft BMW ook R 18 van meerdere rijmodi voorzien: drie in totaal die door de Duitsers Rock, Roll en Rain zijn genoemd en waarbij de vermogensafgifte in Rock het bruutst is, met zo min mogelijk interventie van de tractiecontrole,
Massieve remmen, voor een massieve vertraging
Gewoon open en bloot, de cardan. Hadden we al gezegd dat 'ie joekels van cilinders heeft?
Normaals, dat blok... Achterlicht zit in de knipperlichten. Inderdaad, net als dat merk uit Milwaukee
terwijl het bij Rain juist omgekeerd is. Opmerkelijk is wel dat BMW de R 18 wel van rijmodi, maar niet van cruise control heeft voorzien. Terwijl dát echt geen overdreven luxe is, niet voor niets heet het een Cruiser te zijn en wat is nou een Cruiser zonder cruise control.
Nu moet daar wel de kanttekening bij worden geplaatst dat cruise control wel als optie beschikbaar is en we in de linker armatuur een knopje hebben ontdekt om de cruise control op stand-by te zetten, maar verder dan dat niet zijn gekomen.
BMW geeft de R 18 op voor een rijklaar gewicht van maar liefst 345 kilo (wat op zich voor een Cruiser nog geeneens zo zwaar is), maar van die massa tussen je benen is tijdens het rijden amper iets te merken. Wanneer je de motor in je schuur wilt parkeren, dan wel, maar eenmaal de wielen aan het rollen helemaal niet. De motor is gemakkelijk van richting te veranderen, ook omleggen van het ene op het andere oor gaat haast automatisch, maar wat ons het meest opvalt is dat juist dankzij dat gewicht de motor totaal, maar dan ook totaal niet gevoelig is voor reparatiestroken in het asfalt of witte strepen, wat ons veel hartverzakkingen bespaart. Daar staat tegenover dat de R 18 aan de achterkant een korte veerweg van 90 mm heeft, waardoor drempels en kuilen in het wegdek kei, maar dan ook keihard aan je onderrug worden doorgegeven. Hoort zo, hoor ik de Cruiser rijder zeggen, maar we hadden het niet erg gevonden als BMW hier van het Cruiser concept had afgeweken.