Zoeken

Test: Suzuki GSX-S1000 Katana

Geen retro

25 juni 2019

De Katana mag dan op de oer-Katana lijken, maar het is duidelijk geen retro-motorfiets. De meningen zijn op de Motorfreaks redactie dan ook verdeeld. Chef Ed steekt zijn mening niet onder stoelen of banken: “Ik vind dat Suzuki de plank compleet heeft misgeslagen. De Katana moet volgens Suzuki net zo scherp sturen als het gelijknamige samoerai-zwaard en dat klopt best aardig... Ze hadden er óf een retro-motor van moeten maken, zoals Kawa gedaan heeft met de Z900RS, óf iets vooruitstrevends, zoals een turbo-uitvoering, of een compressor of zo, Iets écht spraakmakends. Ze hebben er zelfs geen nieuw motorblok voor ontwikkeld. Het is gewoon het blok van een oudere GSX-R1000”.

Persoonlijk zie ik dat heel anders. vind ik het ontwerp juist zeer geslaagd. Vroeger was niet alles beter en waarom zou je blijven hangen in een verouderd ontwerp? De Suzuki Katana ziet er nu juist jong en fris uit. Er is ook geen reden om een nieuw motorblok te ontwerpen als je een betrouwbare krachtbron hebt die de gewenste prestaties levert en die de milieueisen haalt. Dat doet geen enkel merk, Honda, Kawasaki en Yamaha gebruiken ook teruggetunede superbike-blokken in nakeds en sport-toermodellen. Het blok levert bovendien 150 pk en dat is meer dan je in Nederland op de openbare weg ooit zult gebruiken. Waarom zou je er dan peperdure turbo’s of compressoren aan toevoegen? Alleen omdat je laat zien dat je het kunt, om maar niet voordat je eerst flink aan de vering hebt geschroefd, want met die standaard setting snij je nog geen pakje boter doormiddenvervolgens een onverkoopbaar dure motor op de wielen te zetten? Nee, de Katana is fraai, modern, beresterk en bovenal behoorlijk scherp geprijsd voor € 14.990,- Vergelijk hem eerder met een Kawasaki Z1000 Sugomi. Net een tikje duurder, maar ook 8 pk sterker.

Relaxte zit

Wanneer je op de Katana plaatsneemt, merk je dat de zit lekker ontspannen is. Het stuur is goed gevormd en ligt lekker in de hand. Het staat net genoeg naar voren om ervoor te zorgen dat je iets voorover zit, zodat je wat weerstand tegen de rijwind hebt. De spiegels staan op het stuur (dus niet op de kuip) en geven een goed zicht naar achteren. Ze trillen ook niet, hoewel er in het zadel vooral net boven de 5000 tpm wel wat lichte resonanties voelbaar zijn. Dat zadel is lekker breed en goed gepolsterd. Het staat 825 mm boven het asfalt, maar omdat het deel bij de tank smal is kunnen ook verticaal minderbedeelden al gauw goed met de voeten bij de grond. Het brede deel van het zadel staat ietwat onder een helling, waardoor je wel naar voren glijdt en tegen het smalle deel aan leunt. Op korte ritten zit dat goed, op langere ritten ga je dat smalle deel wel voelen. Een voordeel is wel dat je wat “in” de motor zit. Dat zorgt ervoor dat je toch enige bescherming tegen de rijwind geniet. Het smoke-kleurig ruitje zelf doet daarin niet zo veel, het komt eigenlijk nauwelijks boven het dashboard uit. Dat heeft zijn voordelen. Je zit met je helm in de onverstoorde rijwind en daardoor heb je geen gebulder rond je helm. Ook heb je door de voelbare wind al bij relatief lage snelheden al een echte snelheidsbeleving. Het nadeel is dan weer dat je boven de 130 toch wel behoorlijk kracht moet zetten in je armen om het vol te houden. Liefhebbers, die van plan zijn grotere afstanden te rijden, zouden daarom beter kunnen opteren voor de als accessoire leverbare hoge ruit.