Test Harley-Davidson Street 750
Dark Custom
Rijgedrag in een tunnel? Vinkje!
De uitrusting is opzettelijk eenvoudig gehouden. Daarom telt de motor maar één teller met een klein lcd’tje voor slechts de hoognodige informatie. Meer heb je ook niet nodig (en is vrij beschikbaar mocht je het dan toch wel willen). Ook de bediening aan het stuur is vereenvoudigd; Harley noemt het ‘intuïtief’, wij noemen het standaard zoals alle anderen. Oftewel, de knopjes hebben een iets eh.. ‘Japansere’ layout gekregen, rechts starten en stoppen, links licht, claxon en de knippers. Hoe je het ook noemt, dit werkt vanzelfsprekend erg voor de hand liggend omdat je niet beter weet.
Waarom het contactslot dan nog wel met een ‘accessoirestand’ werkt voordat je het contact volledig aanzet is dan ook een beetje een raadsel, want nodeloos ingewikkeld. Stiekem dus toch nog een beetje Amerikaans dus, de andere modellen hebben dat ook. Je hebt er alleen minder mee te maken, want die hebben een semi keyless systeem. Toch, eenmaal alle seinen op groen springt de motor snel in de houding. De motoren draaien opvallend stil en eh… ‘licht’. Dat wil zeggen: niet de enorme klappen die je zou verwachten en best wel vlot en responsief op het gas. ‘Klinkt helemaal niet als een Harley’ weet een collega samen te vatten. En toch, een paar keer met het gas spelen geeft resultaat. Met een ‘Ah, dáár zit íe!’ steekt een bekende roffel uiteindelijk toch de kop op. Niet zo raar natuurlijk, deze motor heeft meer overeenkomsten met bijvoorbeeld een NTV dan een Road King. En als zodanig loopt het ook zo. Het is bijna…… Japans. Dat gezegd hebbende moeten we niet vergeten dat er maar één orgineel is. De rest heeft het gewoon gekopieerd. En iets gladgestreken, dat dan weer wel, maar het is dus stiekem best terecht dat je zoiets met gelijke munt terugbetaalt.
Sturen? Stúren!
De Street zit in elk geval best oké en snel blijkt dat de motor ook prima handelbaar is. Dat duurt niet eens zo gek lang, juist het speerpunt van dit ding openbaart zich al bij lage snelheden en krap manoeuvreren. Eenmaal iets vlotter rijdend gedraagt de motor zich voorbeeldig, poeslief en vooral heel erg herkenbaar. Dat we hier een kleiner blokje hebben is wel goed te merken, de motor wil graag wat meer toeren maken en doet dit zeer lichtvoetig. De gearing is daar op aangepast en je zit dus al snel door te schakelen. Daarbij blijven de echte stappen begrijpelijkerwijs uit. Ook vermogen en koppel zijn enigszins gedownsized. Toch is met een heel klein beetje valsspelen de ‘echte’ beleving wel te vinden door domweg een paar versnellingen hoger te rijden. Normaal wordt zoiets afgestraft, maar niet bij de Street. In plaats van moeilijk te bokken of heftig te protesteren hobbelt de motor gewoon door. Wat ook lekker is, is dat ook de bedieningselementen proportioneel gedownsized zijn. En dan niet de rem, maar juist de koppeling. Desgewenst kun je met één vinger tot stilstand komen bij een verkeerslicht om met diezelfde vinger weer door te rijden bij groen licht. Die rem, nu we het er dan toch over hebben, is eveneens dik in orde. ABS is er nog niet, met nadruk op nóg. Hebben we niet gemist, maar het zou het mooi af maken. Qua vertraging zit ’t wel goed, al helemaal als je op z’n Harleys ook gewoon je voet gebruikt.
Natuurlijk is ook op de Street de grondspeling wat aan de krappe kant, maar er valt prima mee te rijden. Na een X aantal bochten vraag je je stiekem wel af of de rubberen voetsteunen een budgetkwestie waren of opzettelijk geïnstalleerd om de eigenaar niet teveel af te leiden door het geluid van schrapend metaal, maar wat verwacht je dan ook van een motor van dit genre… het is niet eens echt een Harleykwaaltje. Wel is het een mooie waarschuwing, het eerstvolgende dat de grond raakt kost wél geld.