Test: Kawasaki Ninja ZX-10R

Daar waar het 1000cc supersport segment op een dood spoor leek te zitten zette BMW het afgelopen jaar de toon met de lancering van de S1000RR. Een motor die nu al wordt gezien als een keerpunt in dat ooit ongekend populaire segment, waarbij wordt gesproken over de periode vóór, en ná die S1000RR. Als eerste fabrikant heeft Kawasaki de bokshandschoen weer opgepakt, met een nieuwe ZX-10R die zondermeer tot de periode ná de S1000RR mag worden gerekend.

De nieuwe 1000cc is krachtiger dan ooit, heeft een subliem rijwielgedeelte en is daarbij comfortabeler dan menig als toursportief bestempelde motorfiets. Alleen dáármee laat Kawasaki al zien dat het 1000cc supersport segment nog springlevend is en dat je écht niet op iets anders hoeft over te stappen om je stramme spieren te ontzien.

Tot 9.000 toeren gedraagt de fiets zich als een mak (maar wel rap) lammetje dat uit je hand eet, maar wee je gebeente zodra je je in het vijfcijferige toerengebied gaat begeven. Dan ontpopt de 2011 ZX-10R als een échte racer die het merk weer aan de top van het WK Superbike zal moeten brengen. Aan de fiets zal het in ieder geval niet liggen…

• krachtsexplosie boven 9.000 toeren, sturen, zithouding en ergonomie, ABS leverbaar
• vibrerend ruitje, traction control stand 3, vroeg ingrijpen ABS, ABS niet uitschakelbaar