Introductie Honda CBR125R en 250R
Wringen
Inhoudsopgave |
---|
Introductie Honda CBR125R en 250R |
R in de maand |
Fluisterstil brullen |
Wringen |
Conclusie |
Technische gegevens |
|
Volgende ronde rem ik nóg later, ik laat nog meters liggen!
Dat is allemaal bijzaak zodra ieder een 125 onder zijn kont heeft en niet omdat deze motor zo anders rijdt. Bij het vervoer per 125 zijn prioriteiten nou eenmaal het allerbelangrijkst en zelfs (of juist?) professioneel geachte broodschrijvers als ondergetekende en consorten stellen deze bij. Vanaf hier geldt het recht van de sterkste, de kleinste, lichtste, meest flexibele, in elk geval degene die het meest van zo weinig weet te maken. Tweede plaats is eerste verliezer, dat je ’t maar weet. Zoals te verwachten met een motor met nog maar de helft van de cilinderinhoud is het gekkenhuisgehalte omgekeerd evenredig verdubbeld. De motoren zijn nog kleiner, lichter en smaller en vooral nog kritischer op omstandigheden als het aankomt op accelratie uit een bocht (nihil) en topsnelheid (iets, maar niet veel meer dan nihil). Na het begin van de motorcarrière op een wel maximaal 110 kilometer per uur lopende RD 125 met verwaarloosbaar werkende remmen, een weeklang beulen op een 15 pk sterke Mito, sparren op het circuit met een RS125 en vooral niet te vergeten een nonstop ritje Luxemburg-Amsterdam per YBR125 weet ondergetekende als geen ander wat voor offers hier gemaakt dienen te worden, met name op het vlak van ergonomie en comfort.
Er zijn tussen die RD125 en nu een aantal zaken veranderd. Remmen doet het motortje nu adequaat en het blokje werkt vlekkeloos en trillingsvrij. Ook heeft het frame beduidend minder flex als het oude ruggegraatje van die arme Yamaha… maar tegelijk is het blokje zó stil dat zelfs met dertien man naast elkaar stuk voor stuk hengstend aan het gas (je moet toch wat) de PR dame haar stem niet hoeft te verheffen als ze even in conclaaf gaat met haar collega. De vering is wel merkbaar lichter dan bij de 250 en uiteraard is het motortje nóg weer even iets kleiner, smaller en lichter. Veel minder zou niet mogelijk zijn. Maar dat is nu juist waar het ‘m om gaat in deze sport: hoe minder je hebt, hoe meer je je best doet om er iets van te maken en dat is te merken. De anekdote aan het begin van dit verhaal vond dan ook tevens plaats met alle deelnemers op 125’s, nog veel meer zelfs. Herhaaldelijk en almaar brutaler. Een universele wet schrijft dan ook dat verkeersregels in heel Europa voor het grootste deel gelijk zijn, behálve gezeten op een CBR125R. En het publiek vindt het fantastisch; met regelmaat staat vooral de jongere medemens te joelen alsof we Pedrosa, Lorenzo en Bautista zelf zijn. Niet vreemd natuurlijk, met onze atletische bouw en smetteloze lederen outfits. Enige wat ontbreekt is de brul van een dozijn machines, want niet alleen heeft een 125 gewoon niet veel te melden, de demper die Honda erop gemonteerd heef doet het érg goed. Maar even terzijde: de Thaise IRC bandjes doen het dan wel weer érg goed als het op piepfactor aankomt. Naarmate men zich hiervan bewuster wordt, neemt het olijk getjilp dan ook zienderogen toe totdat uiteindelijk een heel regiment roodborstjes de straten van Sevilla voorziet van een nieuw krijtstreeppatroon. Het komt niet vaak voor, maar soms is het ontbreken van ABS dan toch nog positief op te vatten. Maar het echte gevecht hebben we dan reeds achter ons gelaten. Meer nog dan met de 250 is aerodynamica een beslissende factor en met de stuit half op het duozitje en het volle gewicht op de tenen lukt het net om het kinstuk van m'n helm tegen de tank te drukken. Het enige doel is die kleine rode stip aan de horizon; het kleinste en lichtste (en dus snelste) collega’tje in haar strakke Alpinestars. Verdorie, die heeft het goed te pakken! Als volleerd GP-racers worden bochten ingeschat en lijnen met zo min mogelijk snelheidsverlies berekend. Niet remmen betekent ook geen behoefte aan rechtopzitten, met de kop achter het ruitje inkantelen is vaak voldoende. Ook hier is het overige verkeer meer dan begripvol als ze per ongeluk op het verkeerde moment dezelfde rotonde nemen als de groep en met een ‘ach, ze zijn voorbij voor je het weet’ weggewuifd. Prima volkje hier. Tergend langzaam wordt het stipje groter. Maar deslaniettemin toch groter. Alsof het iets bijdraagt span ik elke spier die ik spannen kan en de stip, inmiddels opgewaardeerd tot vlek, wordt nog steeds groter. En nog iets, en nog iets. Een volgende rotonde schudt de kaarten nog eens; het is niet alleen een kwestie van de juiste lijn en zo min mogelijk remmen, minstens even belangrijk is hoe vroeg je op het gas gaat en in welke versnelling je dat doet. Zit je mis, dan kost je dat vele meters. Toch blijft het einddoel binnen handbereik, bijna tastbaar inmiddels. Dan komt de voorrijder langszij en gebaart richting vluchtstrook, de schoft wil wachten op de achterblijvers. De teleurstelling is niet te beschrijven en zou ook niet door de reclame code commissie goedgekeurd worden, maar het idee lijkt me duidelijk. Dát is nou racen met een… excuseer. Kortom, prima ding dus, die CBR.