Kawasaki Pro MX training Berghem

Zand of modder

Hoewel ik persoonlijk nooit aan motorcrosswedstrijden heb deelgenomen, weet ik precies wat John van den Berk bedoelt als hij het over de Nederlandse banen heeft. Als amateur zandhaas heb ik mijn noppen hier en daar wel eens in het zand gezet en heb ik zelfs een paar maal op de baan in Berchem kunnen rijden. En dat valt niet mee! Als het droog is bestaat de baan uit rul zand, dat weinig tractie geeft en dat ook in de bochten weinig grip biedt. Vooral als je het gas los laat gaat de motor zoeken en slingeren. En als je niet hard genoeg een bocht uit komt gaat de motor helemaal alle kanten op, behalve de goede dan. Heeft het geregend, dan is het allemaal nog erger. Dan verandert de baan in een modderpiste met diepe sporen in de bochten, waar je vooral tempo moet houden. Want als je een keer stil staat in die zuigende modder, dan sta je ook echt stil! Geef mij maar een harde ondergrond…

Gelukkig is het vandaag droog, dat maakt de zaak al zwaar genoeg voor de Kawasaki-rijders, die in grote getale zijn komen opdagen naar deze dag, die – hoe is het mogelijk in deze tijden van financiële nood – geheel gratis was! En het zijn niet alleen de snelle jongens die in de NK’s om het eremetaal strijden. Ook de hobbyrijders, de jeugdigen en de, eh, heel erg jeugdigen hebben hun groene monsters mee naar Berchem genomen om een dagje lekker te stoeien en profijt te trekken van de wijsheid van de Wereldkampioen, die ter versterking ook GP-rijder Gareth Swanepoel aan zijn zijde weet. Want zelfs een wereldkampioen kan niet op drie banen tegelijk zijn.

De jeugd heeft de toekomst

Bij Kawasaki wordt de jeugd net zo serieus genomen als de groep volwassenen. Misschien nog wel serieuzer, want om wereldkampioen te worden, kun je niet vroeg genoeg beginnen. En als het aan Kawa ligt, dan toch het liefst in het groen! Vandaar dat John als eerste een uitkijkpost op de jeugdbaan betrekt om de verrichtingen van de enthousiaste KX65 en KX85 rijder gade te slaan, om vervolgens de meute een halt toe te roepen en te spreken. Eerst klassikaal”, daarna krijgt elke rijder individuele tips. De aspirant wereldkampioenen hangen aan zijn lippen. En dat heeft meer te maken heeft met de passie, de kennis en de autoriteit die John uitstraalt dan met het feit dat hij wereldkampioen is geweest. Deze rijders waren toen nog niet eens geboren, dus hebben ze hem nooit zien rijden. Maar je ziet ze luisteren en daarna zie je ze vooruit gaan.

Het ziet er allemaal steeds stabieler en sneller uit en na een uur trainen – en een aantal adviesrondes -  zit het tempo er al aardig in, tot tevredenheid van John: “Je ziet ze vooruit gaan, dat is altijd leuk om te zien. De grootste fout die deze kinderen maken is dat ze in de bochten met het gas spelen. Als je het gas dicht draait gaat de motor zoeken. Het eerste wat ik ze leer is om het gas vast te houden. Zodra je de bocht in bent gestuurd moet je het gas een stuk opendraaien, maar niet meer dicht doen. Dan blijft de motor trekken en wordt het een stuk gemakkelijker. Daarna leer ik ze om op de rechte stukken snelheid te maken en te gaan staan. Dat vergroot de stabiliteit en je kunt verder kijken. Het zijn basistechnieken. Maar ze pakken het snel op. Wat dat betreft is het leuk om met beginners te werken, je ziet de fouten beter en als ze die verbeteren is de vooruitgang groot.”

Voeding belangrijk

Als de rijders na een uur rijden de tong zo ongeveer op de schoenen hebben hangen, wordt er een pauze gehouden voor versterking van de inwendige mens. Met brood en een appel, niet met een broodje kroket en een frietje oorlog. En waarom? Dat legt Martin van Genderen, manager van het Kawasaki Grand Prix Motorcrossteam, uit tijdens een lezing voor rijders en ouders: “Goede voeding is belangrijk om goed te kunnen presteren. Niet alleen op de wedstrijddag, maar Ik weet dat ik het kan, ik weet dat ik het kan. Wacht maar tot ik straks groot ben, nu eerst een boterham met pindakaas.het eetpatroon van de hele week heeft invloed op de prestaties van de zondag. Allereerst moet je zorgen dat je niet te dik wordt en in een goede conditie blijft. Dat betekent niet alleen dat je niet te vet moet eten, maar dat je ook moet oppassen met suiker. Wist je dat er in een fles cola 29 suikerklontjes zitten? Alle suiker die je niet verbrand, zet je om in vet. Datzelfde geldt natuurlijk voor vet eten. Ook dat zet aan, bovendien is het moeilijker te verteren.

Dat is niet erg als je net een wedstrijd hebt gehad. Dan heb je veel energie verbruikt, dan mag je best wat vetter eten. Op maandag en dinsdag ook, maar dan moet je langzaam overgaan op eten met minder vet, zoals pasta en rijst. En zeker op wedstrijddag. Dan moet je goed koolhydraten eten, zoals brood of Brinta. Die verteren gemakkelijk en geven direct energie. Als je te zenuwachtig bent om te eten, kun je beter een vloeibare sportvoeding drinken, (zoals Isostar). Het is funest om niets te eten en dan vlak voor de wedstrijd een paar “Snickers of een kroket naar binnen schuiven om van het hongergevoel af te komen. Dan heb je geen energie om te crossen en ligt die vette zooi je maag te blokkeren.”