Test: Kawasaki ZX-10R
De techniek
Inhoudsopgave |
---|
Test: Kawasaki ZX-10R |
De techniek |
License to Thrill |
Killing Joke |
Conclusie |
Vermogensbank |
Nakaarten |
Technische gegevens |
Dat men bij het ontwerp van de ZX-10R grondig te werk is gegaan, dat blijkt meteen als we de technische gegevens erop naslaan. In tegenstelling tot traditionele ontwerpers, die een motorfiets om het blok ontwerpen, werd bij de ZX-10R eerst het frame ontworpen. Het frame moest zo compact mogelijk zijn, om de wendbaarheid van de motor te bevorderen. Een motor met de afmetingen van een 600, maar met het vermogen van een Superbike. In vergelijking met zijn voorganger, de ZX-9R, is duidelijk te zien hoeveel compacter het nieuwe frame is geworden. Niet alleen wist men de wielbasis te reduceren tot 1385mm, tevens werd het frame veel ranker, hetgeen duidelijk is te zien als beide frames over elkaar worden geprojecteerd.
Die-Cast
Net als Yamaha heeft men bij Kawasaki gebruik gemaakt van Die-Cast giettechniek voor de fabricatie van het frame. Deze giettechiek, waarbij het vloeibare aluminium onder hoge druk in een mal word gespoten, maakt niet alleen dat men zeer exotische vormen kan gieten, maar ook dat het materiaal veel homogener is, hetgeen de stijfheid weer ten goede komt. Hierdoor wist men de wanddikte van het frame te beperken tot een minimale 2,5mm. Om de motor zo smal mogelijk te maken, lopen de framekokers over het blok in plaats van eromheen. Om een maximale stabiliteit te garanderen heeft men, n
et als bij de concurrentie, een lange achterbrug toegepast. Erg mooi hierbij is de asymmetrische vorm, die erg veel lijkt op de achterbrug van de ZX-RR MotoGP racer. En dat is precies datgene wat de Japanse ingenieurs ons willen doen geloven. DNA of the MotoGP racer… waar hebben we dit eerder gehoord.
Kloppend hart
Net als het frame werd voor de ZX-10R een compleet nieuw motorblok ontworpen. Het 998cc tellende blok heeft een boring x slag van 76x55mm en krijgt zijn voeding via 43mm inlaatkelken met dubbele gaskleppen, welke zijn voorzien van zogenaamde fine-atomising injectors. Kawasaki claimt met deze injectors een reductie in druppelgrootte van 120 micron naar nu 70 micron, waardoor een fijnere en homogenere benzinespray ontstaat. De 31mm inlaatkleppen zorgen voor de vulling, waarna het mengsel na ontbranding via de 25,5mm titanium uitlaatkleppen de cilinders weer mag verlaten. De compressieverhouding van dit geheel bedraagt maar liefst 1:12,7. Om de betrouwbaarheid bij hoge toeren te kunnen garanderen, werd er verder o.a. gebruik gemaakt van gesmede zuigers en gesinterde aluminium klepveren. Verder zijn de carters verticaal deelbaar, waarbij de cilinders één geheel vormen met het bovenste gietstuk. Een techniek die tegenwoordig door de meeste fabrikanten wordt toegepast. En net als bij de concurrentie is nu ook bij de ZX-10R de versnellingsbak verticaal geplaatst, dit om een zo compact mogelijk motorblok te realiseren. En last but not least is ook deze motor voorzien van RAM-AIR aan de inlaatzijde en een vlinderklep in de (titanium) uitlaatzijde.