2 juli 2000: inktzwarte dag voor motorsporliefhebbers
Hij wordt door velen nog steeds gezien als een van de grootheden in de wegrace motorsport geschiedenis. Joey Dunlop, de coureur uit het Noord-Ierse Ballymoney die van de 102 Isle of Man TT races waaraan hij deelnam er maar liefst 26 wist te winnen en in totaal 40 keer op het podium stond. Indrukwekkende cijfers waar tot op heden slechts twee coureurs bij in de buurt zijn gekomen: John McGuinness en Joey's neefje Michael Dunlop.
Na elke race in zijn eigen Noord-Ierland al te hebben gewonnen maakte Joey Dunlop in 1976 zijn debuut in de Isle of Man TT. Om het 37,73 mijl lange circuit onder de knie te krijgen dook hij in de slipstream van zijn ervaren concurrenten en ontdekte zo de geheimen van het circuit. In de Lightweight TT evenals de Classic TT viel Joey uit, maar eindigde de Junior TT op de 16e en de Senior TT op de 18e plaats.
Al in zijn tweede jaar zorgde de verlegen en bescheiden Dunlop voor een enorme verrassing, door als allereerste coureur in de geschiedenis de 20 minuten barrière te doorbreken in de Classic TT, ondanks dat hij een korte reparatiestop moest maken. Hij eindigde die race op de 7e plaats, maar zorgde later voor een sensatie door de Jubilee Classic TT te winnen met een voorsprong van meer dan 50 seconden op George Fogarty (inderdaad, de vader van Carl Fogarty).
Joey Dunlop groeide uit tot een levende racelegende en kreeg al snel de bijnaam 'King of the Mountain'. Na die eerste zege zouden er nog 25 volgen, in 1985, 1988 en in 2000 scoorde hij zelfs de hattrick.
De 1985 Isle of Man TT wordt niet alleen herinnerd om het drievoudige succes van Joey Dunlop, maar ook om zijn overtocht van Noord-Ierland naar het eiland Man. Zijn hopeloos overbeladen vissersboot raakte in zwaar weer een rif en zonk niet ver van Portaferry. Alle 13 bemanningsleden konden worden gered.
Geluk bij een ongeluk voor de kettingroker (ja, in die tijd kon er op het podium gewoon nog een peukje worden gerookt) waren niet zijn eigen fabrieksmotoren, maar de machines van zijn broer wijlen Robert en landgenoten Brian Reid, Noel Hudson en Sam mcClements aan boord, die de volgende dag uit het water werden gevist en konden worden hersteld.
Joey Dunlop was a-politiek en anti sektes en kreeg support van zowel katholieken als protestanten. Hij was super bijgelovig en droog daarom altijd een rood t-shirt en een gele helm.
Naast zijn zeges in de Isle of Man TT behaalde Joey 24 overwinningen in de Ulster Grand Prix en 13 in de North West 200. Vijf jaar op rij, van 1982 t/m 1986, won hij het Formula TT wereldkampioenschap. Tweemaal nam hij deel aan de Macau Grand Prix en finishte beide jaren op het podium: 3e in 1982 en 2e in 1983.
In 1986 ontving Joey Dunlop uit handen van de Britse koningin Elizabeth II de MBE (Member of British Empire) voor zijn sportieve succes.
De vader van 3 dochters en 2 zonen, broer van de in 2005 verongelukte Robert Dunlop en oom van de in 2018 verongelukte William Dunlop en Michael Dunlop, de enige nog levende coureur van de Dunlop Clan, was ook zeer sociaal bewogen. Jarenlang zamelde hij speelgoed, voedsel en kleding in voor behoeftige kinderen in Roemenië en nam die mee in zijn gammele race-transporter en leverde ze op eigen kosten aan de weeshuizen.
In 1996 ontving Joey Dunlop hiervoor de OBE (Officer of the British Empire) onderscheiding.
Slechts enkele weken na zijn sensationele hattrick in de Isle of Man TT nam de toen 48-jarige Dunlop deel aan een race in Estland. In plaats van deel te nemen aan een race in Noord-Ierland zoals oorspronkelijk gepland, wilde hij wat afstand nemen nadat zijn voormalige sponsor Andy McMenemy kort daarvoor zelfmoord had gepleegd.
Na op het 6,7 km lange Pirita-Kose-Kloostrimetsa stratencircuit eerst al de 750cc Superbike en 600cc Supersport race te hebben gewonnen verloor hij op een nog natte baan de controle over zijn 125cc machine terwijl hij aan de leiding lag, klapte op een boom en was op slag dood.
Uit respect voor de race-legende verving de regering van Estland binnen enkele uren haar eigen website voor een eerbetoon aan Joey Dunlop. Zijn begrafenis werd live uitgezonden op de Noord-Ierse tv. Meer dan 50.000 mensen, waaronder motorrijders vanuit het hele Verenigd Koninkrijk en mensen met diverse achtergronden uit Noord-Ierland, woonden zijn begrafenis bij.
Maar de racelegende leeft nog steeds voort. De winnaar van het 'overall' klassement van de Isle of Man TT wint de Joey Dunlop Cup. In zijn thuisplaats Ballymoney is een Memorial voor hem ingericht en op het eiland Man is naast de Bungalow een standbeeld voor hem geplaatst. Gezeten op zijn Honda RC51 SP1 kijkt Joey uit op de Bungalow Bend bij Snaefell, de 26e Milestone van het TT-circuit is naar hem vernoemd.
Ook op de crashsite in Tallinn is een gedenksteen geplaatst. De Ierse uitgevers The O'Brien Press maakten een fullcolour foto eerbetoon na zijn dood. De Noord-Ierse band Therapy? schreef een liedje ter nagedachtenis van Dunlop, Joey, dat verscheen op het album Shameless in 2001.
Na Dunlops dood werd de Joey Dunlop Foundation opgericht, een liefdadigheid die geschikte accommodatie bied aan gehandicapte bezoekers aan het eiland Man. Op 30 januari 2015 werd Dunlop verkozen tot Noord-Ierlands grootste sportheld door de lezers van de Belfast Telegraph. In 2016 werd hij door de lezers van MCN verkozen tot het 5e grootste race-icoon ooit, achter Valentino Rossi.