Zoeken

Kawasaki Versys Highland Tour

Slichachan

13 juni 2023


Het is niet allemaal kaal en rotsig. Soms is het landschap in de Higlands ronduit lieflijk

Wanneer we in het ochtendgloren de motoren beladen, blijken we zelf op het menu te staan van ontelbare midgets, een soort bijtgrage minimuggen. Als we wegrijden voel ik ze hier en daar nog in mijn helm en in mijn pak bijten. Afijn, als ze hun ontbijt ophebben en de zon doorbreekt, verdwijnen ze en stormen we via Achnasheen door naar the Kyle of Lochalsh, waar we via de Sky Bridge over Loch Alsh op het eiland Sky terechtkomen. Na een koffiestop in de Deli Gasta in Broadford nemen we de kustweg, De Stein in. Uit 1790. Gelukkig was de vis een stuk verserdie een soms adembenemende blik biedt op de glooiende heuvels met onbegroeide rotstoppen en de slingerweg daar omheen, die enorm druk is met toeristen, veelal in slome campers. Veel daarvan staan geparkeerd in Sligachan, waar een parallelweg over een oude stenen brug – in 1810 gebouwd door Thomas Telford – op elke gevoelige sensor moet worden vastgelegd.

Stein Inn

Na Edinbane koersen we westelijk over een fijne, brede weg, tot we na een kilometer of vijf een kleine single track inslaan, die zich met erbarmelijk slecht asfalt over de kale heuvels slingert. Ik ben blij dat de Versys nog over enige allroad-genen beschikt, met veerwegen van 150 mm voor en 152 mm achter, gecombineerd met de elektronische skyhook-demping, die de demping real-time op het wegdek afstemt. Dat houdt de motor strak en rustig op het asfalt en zorg dat je zelfs op dit soort wegen nog met redelijk comfort vooruitkomt. Lang hoeft dat echter niet, want na het dorpje Lusta zakken we af naar de kust, naar de Stein Inn. Het is de oudste herberg van Schotland, direct aan de kust van Loch Bay en met een geweldig mooi uitzicht op de baai. Uitzicht in de tuin van de Stein Inn. Hier kom ik nog wel eens terug…Ik weet niet of ik hier zou willen wonen, zo in de middle of nowhere, maar ik zou op vakantie best een paar dagen wakker willen worden met dit uitzicht en de enorme rust die hier heerst. Nou ja, totdat er tien Versys-rijders op de stoep staan, natuurlijk…

Knallen

Zoals de naam al aangeeft is “the Isle of Sky” een eiland. Je kunt er dus op twee manieren af: via de brug bij Kyle of Lochaish, of via de veerpont van Armadale naar Mallaig. We kiezen voor dat laatste en zien de ferry van 15.00 uur net vertrekken. Een uurtje ijsjes eten in de brandende zon en Irn Bru drinken dus. Smaakt naar kauwgomballen en er zit een bult cafeïne in. We zijn dus weer helemaal kwiek als we de Versyssen op de veerboot zetten en zien hoe ze vastgesjord worden, waarna we op het dek lekker nog een half uurtje van het uitzicht genieten. In Mallaig is het echter gedaan met de rust. Het is nog een stijf eindje rijden en het wordt een uitdaging op het voor die avond geboekte restaurant in Oban nog te halen. Maar we hebben 120 pk ter beschikking en we maken daar veelvuldig gebruik van om het langzamere
Koffiestop in Tyndrum. Je kunt hier ook goed wandelen, maar niet op motorlaarzen (li) Koffie, goed voedsel ja. Wifi... is hier een zeldzaamheid (mi) Gelukkig spreken ze ook Engels (re)

Yes, Yes, No, Yes, Yes... twee Yessen te veel als je 't mij vraagt (li) Vraag: welk soort voertuig zie je hier vaak op de pas? (re) 

Nu nog een camper grid en we zijn helemaal tevreden (li) Dit bord zie je veel. Camera's een stuk minder. Denk ik. Kan nog komen (re)
verkeer achter ons te laten. Het is nog bergachtig en bochtig en dat maakt inhalen lastig, maar het bochtenrijden is wel heel mooi. De Versys laat zich gemakkelijk de bochten inrollen en is goed te mikken, het rijwielgedeelte reageert ook nauwelijks wanneer je halverwege de bocht de rem pas loslaat en de gasreactie is mooi te doseren. Je kunt er dus behoorlijk mee knallen en de Bridgestone T31-banden laten dat toe. 

 

Omweg

Uiteraard blijven we bij het “knallen” wel enigszins in de buurt van de geldende snelheidslimieten, al is de verleiding groot om er overheen te gaan. Vooral als na Fort William blijkt dat de brug naar Oban geblokkeerd is en we 50 mijl om moeten rijden via Tyndrum. De omweg is de moeite waard. We rijden door een prachtige vallei, groen, met steile rotswanden en een mooi riviertje. Af en toe staan mensen de bergen te fotograferen, die er met het late, oranje strijklicht nog dramatischer uitzien dan anders. De laatste 40 mijl hebben we de zon echter pal tegen en is het lastig te zien waar je heen gaat en of je tegenliggers hebt. Ondanks het goede toercomfort slaan we dus een zucht van verlichting als we na een dagtrip van wederom 333 km om half negen de jiffy weer onder de Versys klappen bij het Alexandra Hotel en de nu toch wel wat houten billen kunnen luchten. Een kwartiertje later kijkt de waard van restaurant Cuan Mor ons enigszins bestraffend aan, maar we mogen nog binnen en krijgen weer een supermaaltijd. Garnalencocktail vooraf gevolgd door een onvervalste steak pie. Uiteraard vieren we onze laatste avond samen met een flinke Lager en een overheerlijke whisky toe.  


Terug in Oban. Het werd een latertje. Heeft ook zijn charme