Zoeken

Test: Harley-Davidson Low Rider S

Pure Rock&Roll

21 juli 2021
Als ik langzaam door het gezellige industriepark Dru tuf en de omgeving in me opneem, kijken de scholieren, die via de voormalige ijzergieterij naar huis fietsen, me bewonderend na. “Gave motor” klinkt het meermaals en ik zie diverse opgestoken duimen. Hier in de achterhoek houden ze wel van wat “heavy metal”…

Tekst: Peter Aansorgh
Beeld: Peter en Bart Aansorgh

Geen Bullshit

Het heeft toch altijd wat extra’s, zo’n Harley-Davidson. Het rauwe geronk, de mechanische bijgeluiden, de trillingen en de gave looks, die maken dat je hart wat sneller klopt als je met zo’n Harley op pad mag. En die looks vallen duidelijk bij meer mensen in de smaak. Het design is nog altijd gebaseerd op de custom-cruisers van de jaren 60 en 70 en dat werkt op de nostalgische geest van mensen. Dat doet deze git-zwarte Low Rider S helemaal. Hij is lang en laag en het lijkt alsof hij geen achtervering heeft. Oehoe oehoerend hard kwamen zie daor aangescheurd Dat is een kernmerk van de Softail-familie. In werkelijkheid scharniert het achterframe en bedient dit een onder het zadel verstopte monoschokdemper. De solo seat zelf is het optische dieptepunt van deze motor, met een zithoogte van 690 mm. Vandaar loopt de lijn schuin omhoog over de bolle tank, naar het hoge stuur en het optische hoogtepunt: het stuurkuipje. Dat is trouwens nogal losjes en beweeglijk in vier rubbers geprikt. Omdat het dasboard in de tank zit, ziet de binnenkant van het kuipje er een beetje kaal uit. De tank zelf heeft twee “vuldoppen”, waarvan er eentje een dummy is. Tanken doe je via de rechterdop, die niet afsluitbaar is. Afsluitbare doppen zijn in de accessoire-catalogus natuurlijk wel te vinden.

Geen bagage

De achterzijde van de motor is het grote, ronde spatbord de blikvanger. Het ziet er leuk uit, maar je kunt er natuurlijk geen bagage of een passagier op kwijt. Uiteraard biedt de Harley-Davidson accessoire-catalogus, die dikker is dan de Grote Larousse encylopedie, diverse zadels en bagagerekken aan waarmee dit euvel kan worden verholpen. Aan het uitwendig geplaatste achter subframe zitten trouwens ook twee uitstekende “bobbins”, waaraan je originele HD-zijtassen kunt hangen, uiteraard tegen een echt Harley-Davidson-prijskaartje. Maar in de huidige staat kun je nog geen schijfremslotje meenemen, wat dat betreft is het goed dat de motor standaard is voorzien van een alarmsysteem. Het voorspatbord is trouwens een schril contrast met het achterspatbord. Het is bijzonder kort en zal bij slecht weer weinig modder en vuil tegenhouden. Wat dat betreft is het ook apart dat het luchtfilter achter het zwarte deksel open en bloot te zien is. Het is dan ook niet van Ja, ik weet dat dit geen Norton of BSA is, maar Benny had 't net zo goed over deze Low Rider S kunnen hebbenpapier, maar van kunststofvezel, wat beter tegen water kan.Het deksel is uiteraard zwart, net als het stuur, de kroonplaten, de voorvork en de covers op de Screamin’ Eagle- uitlaten, die na een paar maanden al roest in de binnenpijpen hebben. 

Geen bullshit

Het zwarte thema wordt voortgezet in het smoke ruitje en de smoke glaasjes van de zwarte knipperlichten en het LED-achterlicht. De koplamp maakt eveneens gebruik van LED-techniek en heeft een ronde, kenmerkende LED DRL-ring. Ook de dashboardconsole op de tank is zwart.  De toerenteller is door zijn plaatsing wat moeilijk te zien, vooral met integraalhelm op. In de snelheidsmeter is een display ondergebracht. Ook dat is moeilijk af te lezen, maar dan vanwege een gebrek aan contrast. Het display toont een benzinemeter, de tijd, de km-stand, trip a en trip b en de resterende actieradius. Schakelen tussen info gaat via een knop op linker stuurhelft. De motor heeft verder geen overbodige bullshit als instelbare tractiecontrole,
Klassiek, maar toch een beetje modern. Geen moderne fratsen door alles in de knipperlichten onder te brengen, maar gewoon een ouderwets achterlicht

Dubbele tellers op z'n Amerikaans. Zadel is laag, maar door  de kuilvorm is maar een zit mogelijk

Voor remt 'ie als een tierelier, maar als je achterrem bedient gebeurt er niet zo veel
verkiesbare vermogenskrommes wheelie-controle, facebook waarschuwingen of wifi. De Low Rider S is gemaakt om te rijden.

Blokhoek

Dat rijden, dat is een belevenis op zich dankzij de machtige Milwaukee eight 114 ci V-motor. Die heeft een blokhoek van 45 graden en dat betekent dat het ontstekingsinterval 360° -45° - 360° +45° oftewel 315° – 405° is. Dat geeft een prachtig, pulserend karakter dat Harley altijd met zorg heeft gecultiveerd en ook deze motor loopt prachtig. De startmotor komt met een scherpe knal in, giert de krukas op gang waarna de motor met een mooie roffel ietwat schuddend tot leven komt. Stationair loopt hij een heel klein beetje onregelmatig, net niet te gladjes, met 850 tpm. Eenmaal op toeren draait de Twin dan weer wondermooi strak. Het Milwaukee-blok is in feite een opvolger van de Twin Cam 88, die twee nokkenassen per cilinder had. Het Milwaukee-blok heeft er maar een per cilinder. Deze worden nu ook niet meer met tandwielen maar met een distributieketting aangedreven, om het geluid binnen de perken te houden. De acht kleppen worden via hydraulische, zelf-stellende klepstoters en stoterstangen bediend. Het blok is in principe luchtgekoeld, maar de koeling wordt ondersteund door een oliestroom door de cilinderkop, die daarna in een prachtig tussen de framebuizen weggewerkte-oliekoeler wordt afgekoeld. Twee bougies per cilinder zorgen dat de pingelneiging in de 102 mm grote boring in toom wordt gehouden. Dubbele balansassen zorgen dat het vast in het frame gemonteerde motorblok niet te veel trillingen doorgeeft.

Alles draait om koppel

Bij Harley-Davidson draait het nooit om vermogen, maar om koppel. De kracht, waarmee deze twin uit een bocht wegroffelt geeft je kippenvel. Het blok mag 5500 tpm draaien. Ik heb het uit nieuwsgierigheid een keer geprobeerd en hij doet dat fantastisch. Hij trekt met een gestaag aanzwellend vermogen zonder dipjes of ademnood door naar de rode streep, vergezeld van een heerlijk diep geronk uit de twee shotgun uitlaten. Hij nodigt er echter niet toe uit. Het is veel prettiger om lekker laag op de toeren door de straatjes te toeren en te schakelen rond de 3000 toeren, vlak onder het toerental van het maximum koppel. Bij lage snelheden is het dan soms wat lastig het gas van het injectiesysteem nauwkeurig te bedienen, het gas reageert dan wat fel, ook omdat het blok zo enorm veel trekkracht voorhanden heeft. Voordeel van zo'n zware motor is wel dat 'ie me slank afkleedtJe hoeft eigenlijk niet terug te schakelen voor een inhaalpoging en als je bij 100 km gas geeft – iets boven de 2000 tpm – trekt hij er in de zes ook nog vlot vandoor. En in de lagere versnellingen is hij gewoon razendsnel en moet je je goed aan het stuur vasthouden als je gas geeft. Het is sowieso geen motor voor watjes, want ook de koppeling vraagt relatief veel bedieningskracht, hoewel hij verder wel redelijk goed te doseren is. De versnellingsbak schakelt trouwens ook heel goed, al klinkt die niet bepaalt subtiel. Hij gaat met een lompe klap in de 1, daarna schakelt hij soepel en zeker - maar met niet al te subtiele klakgeluiden - door de bak heen met ietwat lange schakelwegen.

Tikje stug

Het ruwe bolster-karakter komt ook naar voren als je krappe bochten rijdt, zoals ik dat in Zelhem doe, waar ik via de monumentale grafelijke molentoren ook nog even ga buurten bij Ride On Motortours, die hier hun hoofdkwartier hebben. In de kleine straatjes is het wel werken met de Low Rider S, die dan nogal onderstuurd is. Je moet tegen de binnenste stuurhelft blijven drukken om hem in de bocht te houden. Op rotondes merk je ook dat de motor graag wijd loopt. Kom je op mooie slingerwegen en dijkjes, dan is dat effect weg en stuurt de Harley mooi neutraal en stabiel. Ook op snelwegbochten kun je behoorlijk doorrijden, boven de 120 km/uur begint het wel wat flexibel aan te voelen. Ook reageert de motor wat gevoelig op richels in het wegdek. Dat komt waarschijnlijk omdat er relatief brede banden op de bronskleurige lichtmetalen wielen liggen. Het zijn Michelin Scorcher 31, 110 breed voor, 180 achter. Deze sloffen staan bekend om hun hoge levensduur en om hun niet al te beste grip op nat asfalt. Op het droge asfalt van de Dru in Ulft (waar mijn opa vroeger werkte), via Silvolde naar IJzergieterij de Lovink in Terborg (waar mijn andere opa werkte), voldoen ze echter prima. De vering voldoet dan wat minder, vooral op de hobbelige stukjes bij de Paasberg. De achtervering heeft een korte veerweg van 86 mm – daarom is hij zo laag – en is dientengevolge zeer progressief. Bij 308 kilo rijklaar hoef je niet wakker te liggen van een kilootje meer of minder zelfHij voelt stug en hupt na, omdat er ook iets te weinig uitgaande demping is. Voor is dat beter, al is het gevoel over het wegcontact niet optimaal. Maar goed, het is ook geen circuitracer. Interessant is trouwens dat de achtervering een mooie handversteller heeft voor het verstellen van de veervoorspanning. Die zit ergens onder het zadel, dat met een dikke schroef vast zit. Je komt er dus niet zomaar bij.

Doorstart

Na Doetinchem kijk ik nog even wat er over is van IJzergieterij Vulcanus in Langerak. Twee jaar geleden verkeerde die in zwaar weer, maar heeft na een overname een doorstart kunnen maken. Dat doe ik ook, want in Hummelo is er nog een stuk rockgeschiedenis waar ik met mijn heavy-metal-bike langs wil: het standbeeld van Normaal, de Achterhoekse rockband die ook een soort van doorstart maakt: 11 november geven ze een groot openluchtconcert in Lochem. Als het doorgaat, want dankzij de gigantische blunder van onze ruggengraat- en visieloze volksvertegenwoordigers slaat de covid-19-deltavariant nu dermate wild om zich heen dat veel evenementen alweer worden afgelast. Wat gelukkig niet wordt afgelast, is de vrijheid om lekker motor te rijden. En dus begin ik aan een toeristische thuisroute naar het Nijmeegse.
Blijven toch wel gave looks. Steeltjes van de spiegels hadden net effe wat langer mogen zijn

Aan koppel geen gebrek en daar draait 't uiteindelijk allemaal om. Harley-gebruikelijk uiteraard tandriemaandrijving
Ik ben al een uur of zeven onderweg, maar ik zit nog steeds lekker. Dat verbaast me, want toen ik opstapte vreesde ik het ergste. Het zit of je bij het kinderdagverblijf op een peuterstoeltje bent gaan zitten. Je kont laag op een hard zadel, je voeten hoog en dichtbij, je knieën scherp gebogen en vrij wijdbeens uit elkaar. Maar op een of andere manier went die positie en op de lange duur blijkt zo’n hard zadel dan toch beter dan zo’n meeverend polster, dat je huid uit elkaar trekt.  

Aanpakken

Wat helpt bij langere ritten, is dat het kleine kuipje hoog is geplaatst en samen met de tank veel winddruk van je lichaam houdt. Wat ook helpt is dat het brede stuur lekker ver naar je toekomt, zodat je toch vrij natuurlijk zit, zolang je niet te enthousiast optrekt. Want dan hang je behoorlijk aan je armen en voel je je vingerpezen na een paar uur al behoorlijk. Een minpuntje is verder dat de spiegels op te korte steeltjes staan, waardoor je slecht zicht naar achteren hebt. Spiegels met langere stelen zijn uiteraard verkrijgbaar… Verder zou een instelbaar remhendel niet verkeerd zijn, want voor mijn handen staat het iets te ver van het stuur. Gelukkig remt de Harley van voren wel als een dolle. De vierzuigerremtangen – gevoed via zwarte, staalomvlochten remleidingen - pakken goed aan en remmen goed door als je harder knijpt. Dat geldt helaas niet voor de achterrem: zelfs bij hard stampen is er nauwelijks enige remvertraging uit te halen. Jammer en overbodig, want de machine heeft toch ABS, dat trouwens bijna onzichtbaar is weggewerkt: de sensor is geïntegreerd in het wiellager, zodat je het niet ziet.

Aquired taste

Als ik de Harley-Davidson thuis op de wat moeilijk te bedienen zijstandaard zet, kan ik maar één ding concluderen: de Low Rider S is zeker geen allemansvriend, maar wel een machine waar je aan went en gehecht raakt. Een “aquired taste”, zogezegd. En als het klikt, heb je er een geweldig karaktervolle motorfiets aan, die ondanks zijn power toch behoorlijk spaarzaam met brandstof omgaat. In aanschaf is hij met een prijskaartje van dik 23.000 euro niet goedkoop, maar daar staat tegenover dat de motor door zijn zelfstellende kleppen, de onderhoudsvrije tandriemaandrijving en een verbruik van 1 op 20,8 best vriendelijk is voor de portemonnee. In dat kader moet je ook naar de afschrijving kijken: voor een 20 jaar oude Low Rider wordt nog altijd 10.000 tot 14.000 euro neergeteld. De lage afschrijving maakt hem wellicht de ideale kandidaat voor aanschaf via Harley Lease of via de Harley Own financiering. Dat is het overwegen waard.

Motorkarakter, power, voorrem, zuinig, stuurgedrag op hoge snelheid

Gedrongen zithouding, onderstuur op lage snelheid, stugge achterveer, gevoeligheid spoorvorming

Technische gegevens

 

Merk/model Harley-Davidson Low Rider S
Motor
Type Milwaukee-Eight 114 45° V-Twin
Koelsysteem luchtgekoeld
Cilinderinhoud 1.868 cc
Boring x slag 102 x 114,3 mm
Compr. verh. 10,5:1
Klepaandrijving 4 kleppen per cilinder, OHC
Ontsteking electronisch
Starter elektrisch
Benzinetoevoer sequentiele electronische benzine inspuiting (ESPFI)
Smering dry sump
Vermogen n.o.
Koppel 155 Nm @ 3.000 tpm
Transmissie
Aantal versnellingen 6
Eindoverbrenging riem
Koppeling natte multiplaatkoppeling, hydraulisch bediend
Chassis
Frame stalen tubular frame
Wielbasis 1.615 mm
Balhoofdhoek 28°
Naloop 145 mm
Vering voor Showa 43 mm upside down, niet instelbaar
Vering achter Verborgen, horizontale-gemonteerd, veervoorspanning hydraulisch instelbaar
Veerweg voor 130 mm
Veerweg achter 86 mm
Voorrem dubbele schijf, 300 mm, 4 zuigerremklauw
Achterrem enkele schijf 292 mm, 2 zuigerremklauw
Voorband 110/90 B19" 62H BW
Achterband 180/70 B16" 77H BW
Afmetingen
Lengte 2.355 mm
Breedte 850 mm
Hoogte 1.160 mm
Zadelhoogte 690 mm
Gewicht 308 kg rijklaar
Tankinhoud 18,9 liter
Reserve 3,8 liter
Gegevens
Rijbewijsklasse A
Garantie 2 jaar
Adviesprijs NL € 22.995,00
Adviesprijs BE € 19.795,00
Importeur NL Harley-Davidson Benelux
www.harley-davidson.nl