Zoeken

Test: Yamaha MT-07 vs Kawasaki Z650 vs Suzuki SV650

Betaalbare sportieve Nakeds

18 mei 2020

Ik begin de test op de Suzuki SV650, waar ik rijdend van het Hoegee Suzuki Center in het Gelderse Afferden naar huis niet echt vrolijk wordt. Niet zozeer omdat de buitentemperatuur uit slechts 1 cijfer bestaat en ik ondanks winterhandschoenen al snel koude handen (en de rest) aan het krijgen ben, maar meer omdat bij het Yoshimura uitlaatsysteem de dB-killer is gedemonteerd. Veel meer. Sodeju, wat een herrie dat zo’n uitlaatsysteem dan maakt. Nu moet ik daarbij wel de kanttekening plaatsen dat ik was vergeten oordoppen mee te nemen (ach, dat kleine stukje…), maar dan nog.
bla

bla

bla
Niet dat ik vies ben van een vette sound, maar er zit een verschil tussen vet en hard. Hard om vooral… hard te klinken… neu, dankjewelzeerbeleeft. 

Met het oog ook op de fotografie, om de klagende Nederlander zo min mogelijk tot overlast te zijn, melden we de ons de volgende ochtend weer in Afferden om de Yoshimura van de wettelijk verplichte dB-killer te voorzien, waar de motor echt 100% van opknapt. Niet alleen omdat het geluidsniveau nu binnen de perken blijft, maar meer nog omdat de 650 V-twin met dB-killer gemonteerd veel mooier loopt, wat de Yoshi nu wél meerwaarde geeft. 

Met de dB-killer gemonteerd loopt het geluid van de SV weer in pas met dat van de Z650 en MT-07. Tenminste, wat intensiteit betreft, qua beleving is het een ander verhaal. Ondanks dat de SV650 als enige van dit trio een 90° V-twin configuratie heeft en het geluid van een V-twin normaal gesproken toch echt mijn voorkeur heeft, gaan de punten toch echt naar de MT-07 dankzij z’n 270° crossplane krukas. De Yamaha klinkt ondanks standaard uitlaat voller, wat ten dele ook te danken is aan de cilinderinhoud die met 689cc 7% groter dan de Suzuki en Kawasaki is. 

De zit van de SV650 is het sportiefst van de drie, als in sportief in de traditionele, meer oldskool zin van het woord: kont naar achteren en armen naar voren en benen opgevouwen. Niet zo extreem dat je na een uurtje rijden ernaar snakt om je benen te strekken, verre van, maar buiten het brede stuur heeft ’t meer weg van een ‘stroomlijn-zit’ dan een ‘gooi-en-smijt’ naked. De Yamaha en Kawasaki staan wat dat aangaat dichter bij elkaar, met het stuur dus meer naar je toe gericht en de voetsteunen minder naar achteren, Testen in corona-tijden. Geen Spanje, maar Rundumhausen en te allen tijde anderhalve metermaar hebben ook elk hun eigen visie gehad van hoe een Naked Sport zitten moet. Bij de Yamaha zit je duidelijk meer óp, bij de Kawasaki meer in de motor. Die lage zit geeft je het gevoel met de Z650 de hele wereld aan te kunnen, maar heeft wel als keerzijde dat grote motorrijders moeite kunnen hebben om hun knieën op te bergen. 

Vanuit het zadel kijk je op alle drie de motoren uit op een overzichtelijk display, maar het TFT-display van de Z650 springt er toch echt bovenuit. Als enige van dit trio heeft de Z650 bovendien LED-verlichting rondom. Het TFT-display blinkt uit in afleesbaarheid en geeft je bovendien de keuze uit een witte of zwarte ondergrond, waarbij het jammer is dat je dat switchen handmatig zult moeten doen, maar daar staat weer tegenover dat 't wel met Bluetooth connectiviteit is uitgerust, waardoor je via RIDEOLOGY the app allerlei informatie kunt downloaden. Nu kun je natuurlijk stellen dat je motor verbinden met een app een functie is die de essentie van het motorrijden haalt, maar ’t zit er wel op. Het LCD-display van de Yamaha is echt superoverzichtelijk, maar wel voor je gevoel XXL formaat en is bovendien oldskool LCD, net als dat van de Suzuki dat qua afmeting wel beter bij de motor past. 

En daar blijkt het bij de SV650 wat oldskool betreft niet bij. De motor is weliswaar mooi op lijn te leggen en volgt gedwee de aanwijzingen van z’n berijder op, maar stuurt vergeleken met de andere twee traag en voelt ook nog eens heel erg zwaar aan. “Ik denk dat je ’t nog ’t best kunt omschrijven als een zevenenhalf met het blok van een 500”, zegt collega Thierry. “Op zich is er niets mis met het stuurkarakter van de SV650, maar vergelijk ‘t niet met de Z en MT, die zijn duidelijk van een nieuwere generatie.” Dichter bij elkaar zegt de fotograaf. Willen we wel, maar ja, anderhalve meter he...En daarmee slaat onze Belg de spijker precies op z’n kop, waar de Z650 en MT-07 met speels gemak als een 125cc in elke hoek te smijten zijn vergt de SV650 duidelijk meer kracht. Opmerkelijk, zeker als je ook nog eens in ogenschouw neemt dat de SV650 van Dunlop Roadsmart 3 rubber is voorzien, waarvan we sinds de presentatie in Merival weten dat het een band is die ontzettend lichtvoetig stuurt. 

Qua sturen is de SV650 duidelijk geen partij tegen de Z650 en MT-07, maar weet dat deels goed te maken met een blok dat van deze drie het smeuïgst is. Waar de Z650 zich in hogere versnellingen duidelijk niet op z’n gemak voelt onder de 4.000 toeren per minuut en de MT-07 het in die zone niet veel beter afgaat is de SV650 zelfs in zesde versnelling probleemloos tot 2.000 toeren per minuut af te knijpen, waardoor ‘ie een stuk relaxter te rijden is. Qua acceleratie doet de SV bovendien niet onder voor de andere twee, tijdens de hernemingen (wat heeft België toch een fantastisch vocabulaire) gaat het elke keer tussen de SV en de MT en is het de Z die het onderspit delft. Vooruit, niet elke keer, als de rollende acceleratie (zeg nou zelf: herneming klinkt toch veel mooier) in zesde versnelling wordt gedaan bij 60 km/u is het de Z650 die ten opzichte van de andere twee een sprintje trekt. Weliswaar tot 4.000 toeren hevig schuddend, maar weg is ‘ie wel.