Zoeken

Test: Zero SR/F

Significante upgrade

11 juni 2019

De in eigen huis ontwikkelde ZF75-10 borstelloze Z-Force wisselstroommotor van de SR/F vertegenwoordigt een significante upgrade ten opzichte van het vorige design. Dit is motor, waarbij de inwendige permanente magneten zijn geplaatst op dat ene bewegende deel zijnde de rotor, terwijl de onderdelen die ’t warmt worden, de spoelen, aan zijn buitenkant zijn aangebracht waar warmte via van vinnen voorziene aluminium behuizing kan worden afgevoerd. Voordeel hiervan is dat men zware vloeistofkoeling achterwege heeft kunnen laten, evenals een ventilator. Wel heeft Bentley & Co een kleine stroomlijn voorzien die
Ziet er niet veel anders uit dan bij elk ander klein motormerk, het enige verschil zit 'm in de aandrijving

Laat ze maar denken dat het voor gehoorbescherming is, heb gewoon Spotify aangezet 

We zeiden het al, gewoon een motorfabriek, maar dan anders
lucht onderlangs het accupakket naar de elektromotor leidt die in het scharnierpunt van de achterbrug is geplaatst, en de controller die ervoor zit, voor extra koeling. De SR/F motor is 30 mm breder dan voorheen, en sterker: 110 pk bij 5.000 tpm en een constant koppel van 190 Nm vanaf 1 tpm. Op z’n zachtst gezegd een behoorlijke kolenschep sterker dan de 70 pk en 157 Nm van de ZF75-7R motor van de vorige SR, wat de SR/F het eerste Zero- model maakt dat meer dan 100 b pk produceert. Met de toename in vermogen is evenredig ook de topsnelheid gestegen van 165 km/u voor de SR naar 200 km/u voor de SR/F. Met dank niet alleen aan het extra vermogen, maar ook een toename van het maximum toerental met 1.000 tpm naar nu 7.500 tpm.

“De extra toeren geven ons meer vermogen en dus meer snelheid, daarnaast waren we ook in staat om naar dunnere laminaten in de motor te gaan,” zegt Askenazi. "Deze helpen bij het produceren van minder warmte, dus je hebt dezelfde prestaties als voorheen, maar dan met minder thermische verliezen, wat ‘m efficiënter maakt en het vermogen beter vasthoudt. We kunnen oneindig lang bij tempo 180 km/u in de 50° hitte van Death Valley rijden." Ter illustratie, eerdere Zero modellen konden een snelheid van 130 km/u niet vasthouden zonder het vermogen terug te dringen om oververhitting te voorkomen. De SR/F werd tegenover een race-geprepareerde oude generatie SR gezet en was constant 5 Muziek van de Beach Boys erbij en 't plaatje is perfectseconden sneller op een twee mijl lange baan op dezelfde dag door dezelfde rijder. Om dat vermogen te produceren vraagt de driefase luchtgekoelde controller 900 ampère van de accu, maar om ervoor te zorgen dat de accu niet te zwaar wordt belast is het pakket nu in staat om 1.200 ampère te produceren.

Het accupakket dat als dragend deel in de constructie is opgenomen wordt omhuld door een stalen vakwerkframe dat uit elke Ducati afkomstig had kunnen zijn, waaraan de gietaluminium platen zijn geschroefd waarin de achterbrug scharniert. De achterbrug zelf is opgebouwd uit twee delen geperst staal, die aan elkaar gelast voor een ultra-stijve constructie hebben gezorgd – het enorme koppel van deze nieuwe Zero bleek te veel van het goede voor de aluminium versie. Dat is ook de reden dat de achterbrug in een olie-geïmpregneerde 100 mm gesinterd brons glijlager scharniert, om een zo constant mogelijke tandriemaandrijving te creëren.

De volledig instelbare cantilever Showa achtershock is rechts gemonteerd en heeft 140 mm veerweg naar het 5,5” brede gietaluminium achterwiel, dat van 180/55-17 Pirelli Diablo Rossi III rubber is voorzien – veel groter dan Zero ooit heeft gebruikt (bij de RS was een 130/80-17 om een 3,5” brede velg gemonteerd). Het geldt voor de voorkant, waar een 43 mm Big Piston Showa SFF vork is toegepast die eveneens volledig instelbaar is en 120 mm veerweg geeft, Het heeft 10. jaar geduurd, maar nu begint 't toch écht ergens op te lijkenmet een 120/70-17 Diablo Rosso III om een 3,5” wiel, waar de SR een 3” velg met 110/70-17 band had. Remmen zijn - zoals de laatste zes jaar op elke Zero –afkomstig van J.Juan, maar voor het eerst zijn nu twee vierzuiger remklauwen toegepast die radiaal zijn gemonteerd en bijbehorende 320 mm zwevende schijven, met een schijf van 240 mm aan de achterkant. De noodzaak voor verbeterde remmen wordt duidelijk wanneer je de cijfers erbij pakt: 220 kg voor de standaard SR/F en 226 kilo voor de Premium versie met grotere oplader. Dat zijn aardig wat pondjes meer dan de 187 kilo die de SR op de weegschaal bracht. Ten opzichte van Streetfighters als bijvoorbeeld de 209 kilo wegende Ducati Monster 1200 is de SR/F in het nadeel, maar maakt dat meer dan goed met z’n enorme koppel van 190 Nm tegen de schamele 118 Nm die de Monster produceert.  

Net als het Monster is de Zero SR/F een enorme blikvanger in beide kleuren - Seabright Blue (dat er groen uitziet in bepaald licht) en Boardwalk Red, dat meer een karmozijnrode tint heeft. Ik moet toegeven dat dit een van de weinige puntjes van kritiek is die ik heb over de fiets - deze conservatief tinten zijn haast verontschuldigend van aard en het bleke aquamarijn grenst aan anonimiteit. Dit is een Streetfighter met een hoofdletter S, in hemelsnaam - een die toevallig wordt aangedreven door een elektromotor in plaats van een verbrandingsmotor. Waar is de zwarte versie van de SR/F, of de felrode Ferrari rosso? Ducati heeft geen monopolie op rode fietsen, toch? Geef ons een breder scala van agressievere kleuren om uit te kiezen, alsjeblieft, Zero. Positiever is dat de kwaliteit en afwerking extreem hoog zijn, zoals het hoort bij een fiets die in wezen met de hand is gebouwd door een team van fulltime vakmensen in Zero's Scotts Valley-fabriek.