Zoeken

Dubbeltest: Honda Monkey en Super Cub

Retro ten voeten uit

22 mei 2019

De Super Cub. Hij is geweldig! Waar de meeste 125 cc-machines saaie muurbloempjes zijn, word je van de Super Cup blij. Hij ziet er schattig uit met zijn retro-vormgeving, die teruggrijpt naar de allereerste Super Cub C100 uit 1958. Ontworpen door Soichiro Honda zelf, samen met zijn business partner Takeo Fujisawa, met als doel: “op een plezierige manier een belangrijk deel uitmaken in het leven”. Er zijn er meer dan 100 miljoen van gebouwd. Het is de meest populaire motorfiets ter wereld. Sinds dit jaar verkrijgbaar als Super Cub C125, als antwoord op de hang naar retro-motorfietsen. Maar wel met moderne kenmerken, De rest mag nog zo z'n stinkende best doen met retro-fietsen, maar nothing beats de Super Cubzoals een schijfrem met ABS in het voorwiel en Honda Smart Key - keyless contact. En met een prachtige afwerking, met verchroomde ringen onder de veerpootcovers, een verchroomd embleem onder de verchroomde LED-koplamp, een grote chroomcover op de uitlaat en een chique two-tone kleurstelling. En met beenschilden, zodat de Super Cub de bescherming van een scooter combineert met de rijeigenschappen van een motorfiets. Daarnaast heeft de Super Cub een leuk digitaal dashboard, dat is vormgegeven met twee chromen ringen. De buitenste ring geeft een analoge snelheidsmeter met de diverse waarschuwingslampjes weer, waarbij de binnenste ring het volledig digitale dashboard weergeeft. 


Geen koppelingshendel

Om het praktische karakter van de Super Cub te demonstreren had Honda iets leuks bedacht: een speurtocht met opdrachten door de stad Gent en omstreken. En dus rits ik snel het leren nozem-jackie dicht boven de verbleekte (motor-) spijkerbroek, trap de dikke “teen-“ pook van de hak-teen-schakeling in de één en geeft gas, waarbij de verbeterde centrifugaalkoppeling de machine automatisch in beweging zet. Accelereren is een groot woord wanneer het over een 125 cc-machine hebt - 10,4 Nm is eerder een lichte aandrang dan een acceleratiekracht – maar met behulp van de nodige reducties in de vierbak kom je toch aardig vooruit. Het is even wennen om te schakelen zonder een koppelingshendel, maar het gaat eigenlijk best goed. Alleen terugschakelen gaat gepaard met schokken als je dat bij te hoge toerentallen doet, ondanks het geoptimaliseerde rubber in de koppelingsdemper. Het blijkt ook de verkeerde tactiek te zijn. Als je voor een stoplicht afremt moet je gewoon van de vier door schakelen, dan komt de bak gewoon in de vrij terecht. Nog een keer doorschakelen zet hem in de één, je kunt dus het klokje rond en alles naar beneden schakelen, behalve als je gewoon wat langzamer gaan rijden, dan moet je een keertje terug naar de drie of de twee.

105
Na enige gewenning kom je best aardig vooruit met de Super Cup, die een lekker lineair blokje heeft. Het luchtgekoelde 125cc viertaktblokje ronkt lekker, niet al te braaf, maar toch zonder bijgeluiden. Dat komt omdat de primaire tandwielen schuine vertanding hebben en de krukaslagers met grote precisie zijn vervaardigd. Het OHC-blok heeft een relatief lange boring/slagverhouding van 52,4 x 57,9 mm, met een compressieverhouding van 9,3:1. Daarmee weet de Super Cub er 9,6 pk uit te persen, op de snelweg naar Gent goed voor 105 km/h. Volgens ingewijden zou hij de 119 moeten kunnen halen, Maar dan wel retro op z'n 2019's. Dus met sleutelloos contactmaar ik vermoed dat er dan een anorexiale kabouter op moet plaatsnemen en dat ben ik bepaald niet. Zodoende rijd ik met het gas nog tegen de stuit de laatste bochten naar het centrum van Gent af, wat het vernieuwde, stalen ruggengraat frame prima aankan. Je kunt er van alles van zeggen, maar voor een korte afstand over de snelweg van huis naar je woon-werk adres kan het prima, temeer daar je dankzij de beenschilden lekker uit de wind zit en de dikke fauteuil alle zitcomfort van de wereld geeft. Het zadel en het stuur zijn overigens in rubber gevat, zodat ze geen trillingen aan de rijder meegeven. Allemaal dik voor elkaar dus.

Gevels

In Gent stop ik op een kruispunt, waarna ik snel een promenade-straatje in moet rennen om de naam van een huis op “nummer acht” te achterhalen. Het is even wennen dat de machine geen zijstandaard heeft. Je moet afstappen en een op de midden slingeren, maar hij weegt bijna niks, dus dat kost geen kracht. Slechts 109 kg, da’s een gewicht voor een opgevoerde brommer. Het gaat dus gemakkelijk, net als die smartkey. Je zet de schakelaar op doel en rent gewoonweg, het ding is dan meteen op slot en elektronisch beveiligd. Iets minder gemakkelijk voel ik me in het promenadestraatje. Ik word van alle kanten aangestaard door schaars geklede dames met uitbundig geëtaleerde voorgevels van onnatuurlijke proportie. De rode gloed die in de straat hangt door alle rode tl’s in de vensters, waarachter de dames zich staan te vervelen, laat weinig onduidelijkheid over het soort wijk waarin ik ben terechtgekomen. Je maakt er ook nog eens de blits mee, wie vindt 'm nou niet schattig?Ik ben blij als ik weer gewoon “blauw” daglicht voor ogen heb en met de Super Cub door de Gentse straatjes ros op weg naar de volgende opdracht.

De enige…
Die opdracht brengt mij over een stel drukke straten waarop een rij auto’s in de file staat achter een reeks van drie vuilniswagens. Zij wel, ik niet, want met de smalle en wendbare Super Cub wurm ik me tussen de geparkeerde auto’s en de vuilniswagens door, stuif de rotonde over en rag over de kinderkopjes richting het centrum. Dan ben je weer blij dat je op een echte motorfiets zit, met grote 17 inch wielen, die gemakkelijk over al die hobbelige kopjes rollen. De vering kan dat ook nog redelijk aan, dat is voor een motor in dit prijssegment zeker een pluspunt. Het zorgt ervoor dat ik in een mum van tijd ook het centrum weer uit ben en dan lekker met constante snelheid over de Brusselsesteenweg terug naar Wetteren rijdt, waar de plek van samenkomst is. Daar kan ik maar één ding concluderen: als ik de markt zou zijn voor een 125cc stadsmotor die niet alleen voor comfortabel vervoer zorgt, maar die ook nog een zekere hebzucht en me wakker maakt, dan is de Super Cub - ondanks het ietwat stevige prijskaartje van €4.258,- echt de enige optie! Zeker omdat de Super Cup ook nog extreem zuinig is: volgens opgave loopt hij een op 66,7, zodat je met het 3,7 l tankje nog 245 km actieradius hebt ook!