Zoeken

Test: Aprilia Tuono V4 Factory vs Triumph Speed Triple RS

Ultieme Hooligan

4 juli 2018

Nou was het natuurlijk vragen om reacties, als je als eh… redelijk gedistingeerd merk als Triumph beweert de Ultieme Hooligan neer te zetten, terwijl bijvoorbeeld KTM’s ‘Beast’, de 1290 Superduke, er al een tijdje naast staat en intussen ook al eens is opgefrist. En uit ervaring weten we dat ook de MT-10 zich bijzonder goed leent voor het betere hooliganwerk, waarbij de SP Dit. Dit zou ik nou echt elke dag, de héle dag, kunnen doenversie het nóg eens beter doet (voor meer geld, dat wel, maar daar ging het niet over). Maar als je vervolgens alles uit de kast trekt bij de introductie en zelfs een pak TT-coureurs en voormalig TT-rijder én meervoudig superbikekampioen Carl Fogarty als voor- en achterrijders laat fungeren, de helft van die introductie op een circuit laat plaatsvinden waar diezelfde coureurs elke aanwezige journalist volledig voor paal zet en de conclusie daarna ook nog eens is dat de motor op de openbare weg nog het beste uitblinkt, dan heb je je werk gedaan. Dan heb je het donders goed gedaan zelfs. Als er een motor is die indruk gemaakt heeft, is het de Speed Triple wel. De lat ligt hoog.

Dus wat is er dan beter om tegenover te zetten dan die andere donder, zelfs z’n naam houdt het nog lang onrustig, de Aprilia Tuono… met de Tuono heeft Aprilia al jarenlang de bal hooggehouden, of dat nou in z’n eerste RSV- jas was, z’n tweede of z’n uiteindelijke V4 uitvoering, de Tuono was in elke vergelijk een motor om echt rekening mee te houden. Misschien niet zo allround als sommige andere, maar daarbij op de juiste vlakken juist excellent. Het was ook daardoor dat de Tuono, ondanks de veelzijdigheid van ‘The Beast’, het wonderkind van KTM waar zelfs z’n eigen moeder nog van schrikt, uiteindelijk de voorkeur kreeg van elke testcoureur in het team; de Tuono was veruit de meest populaire machine en diens sleutel als eerste verdwenen in een binnenzak… 

 

Precies die Tuono hebben we nu dus nog eens opgegraven, maar dan net nog ietsje anders: dit keer hebben we de Factory uitvoering mee, inclusief RSV
Aan design en afwerking geen gebrek, bij beide motoren

De lat ligt dan ook op gelijk niveau

Zoals we al eerder hadden ontdekt, de ene Öhlins is stiekem toch de andere niet

Qua remmen is het sowieso goed geregeld, maar dat de Triumph de M50's zou overklassen hadden we niet gedacht.
achterlijf en alle elektronica die men maar kon vinden. En dat is inclusief launch control en pitlimiter. Ja dat lees je goed, een pitlimiter. Op een straatmotor. Die lat zien we vanaf de begane grond niet meer terug. 

Dat wordt dus toch een stevige kluif: de uitdager tegen de titelverdediger. Dat vraagt ook om een flinke test. Dus spreken we ’s morgens vroeg af in het zuiden des lands om van daaruit snel door te steken naar de grenslanden en vooral ook alles wat ze te bieden hebben. Dit wordt leuk, dit wordt heel leuk. 

Op het moment dat ik arriveer heeft Ed net zijn laatste appje naar me gestuurd, wat ik dus nu tijdens de koffie pas kan lezen. Het was wat druk onderweg, maar ik heb gelukkig wel een redelijk tempo kunnen houden. De Aprilia ziet er nu al smerig uit, dankzij die ene stortbui die ook hij onderweg tegenkwam. De Triumph is hetzelfde, omdat ik in het zicht van de afslag die bui ook nog even trof. M’n jas is wel doorweekt, maar ik heb net genoeg laagjes aan om zelf niet doorweekt te zijn. Wat ik tot nu toe geleerd heb is hoeveel de Speed Triple alsnog anders voelt dan z’n kleinere broertje en dat is nog best knap. Maar ja, de motor is natuurlijk ook nipt wat dikker, omvangrijker en ook zwaarder, dus het kán. Maar met de zon voor ons kunnen we straks wel zien waar de Supercorsa’s toe in staat zijn. De Italiaan staat op hetzelfde schoeisel, dus over een scheef vergelijk hoeven we ons in elk geval niet druk te maken. Na meerdere Triumphs in korte tijd is het best lekker om eens wat anders te zien, al klinkt dat best decadent. Het menu is in elk geval redelijk ingesleten, alle functies kan ik nu Dat je je van te voren al druk maakt dat je ze weer moet inleveren. Dat idee...wel feilloos vinden. Nu de Tuono. Dat is even uitzoeken, want de schakelaars zitten allemaal net even ergens anders. Bovendien heeft de startknop een dubbelfunctie, wat je maar net even moet weten –en ik dus pas ontdekte nadat ik mijn ongenoegen uitte bij een rood licht-. Maar het went en dan is ook het TFT display van de Tuono de helderheid zelve. Maar net niet zo flitsend hip als de Triumph met z’n zes verschillende lay-outs. Ligt ook niemand wakker van, want dat is niet nodig. Op de Aprilia hebben we met de invoering van het kleurendisplay ook de multikleurige opties, die het snel terugvinden en herkennen heerlijk intuïtief maken. Maar er is zoveel, dat ik dat opnieuw liefst een keer thuis vanuit een tuinstoel zou uitzoeken. Ach, de dag is nog lang.