Zoeken

Nader bekeken: BMW R 18

Boxer sinds 1923

16 april 2020

Hoewel BMW de meest prachtige en extravagante een- twee- -drie. -vier en zescilindermotoren heeft gebouwd, ziet de motorliefhebber bij het blauw-witte propeller-logo als eerste een motorfiets met tweecilinder boxermotor voor zich. Een a priori BMW, zou Robert M Persig het in zijn boek “Zen en de kunst van het motoronderhoud” noemen. Hoewel BMW begonnen is met een eencilinder motorfiets, Een boxermotor heeft z'n voordelen, maar zeker ook z'n nadelen. Wat dacht je van breed, of kantelmoment?is de dwarsgeplaatste boxermotor, met in lengterichting geplaatste transmissie en cardan-aandrijving, al sinds 1923 karakteristiek voor BMW.

Voor- en nadelen

Hoewel BMW sinds de jaren 80 ook andere concepten is gaan bouwen – beginnend met de geweldige K75 en K100, is de tweecilinder boxermotor altijd blijven bestaan en kent dit concept gepassioneerde liefhebbers, die de voordelen van het concept dermate waarderen, dat ze de nadelen ervan accepteren. Want die zijn er zeker. De blokken zijn breed en je kunt je benen gemakkelijk stoten aan de uitstekende cilinders. De in lengterichting geplaatste krukas zorgde vooral vroeger, door het grote, aan een droge platenkoppeling verbonden vliegwiel, voor een enorm reactiemoment wanneer je het gas open draaide. Dat zorgde ervoor dat de motorfiets een flinke ruk opzij kon geven wanneer je “een flinke dot gas gaf”. Maar voordelen waren er zeker ook. Die vind je met name in de balans van het blok. Doordat de zuigers tegen elkaar in bewegen werken zowel de primaire als de secundaire 900cc per cilinder, da's bijna een Beierse bierpul. De zuigerdiameter is trouwens exact de maat van de 1-liter bierpulonbalanskrachten van de zuigers en drijfstangen tegen elkaar in en heffen ze elkaar bij elke stand van de krukas op. Een intrinsiek trillingsvrije loop is het gevolg.

Bierpul

Dat de boxermotor van BMW in de laatste eeuw nogal is doorontwikkeld, is een natuurlijk een open deur met het formaat van een stadspoort. Vaak zijn ontwikkelingen kleine evoluties, maar er zijn een aantal opmerkelijke stappen. Zo hadden de oorspronkelijke boxermotoren een boven de krukas geplaatste nokkenas, die de kleppen via stoterstangen bedienden. Deze stoterstangen liepen in tunnels, die boven de cilinders langs naar de kop liepen. Bij latere motoren, vanaf de R75/5, liepen ze aan de onderkant van het blok, omdat de nokkenas naar beneden was verhuisd. Toen BMW echter besloot om een echte retro-motorfiets te maken die eer deed aan het erfgoed van BMW, stond de R51/2 uit 1951 model. Dat diens 24 pk sterke, 494cc-motor technisch gezien niet als basis zou dienen was natuurlijk wel meteen duidelijk, want van 24 pk krijgt tegenwoordig niemand meer spanning op zijn broekrits. Het moest dus een stuk indrukwekkender worden. De motor moest prachtige looks hebben, fantastisch aanvoelen, gemakkelijk sturen en een Zo zag het concept eruit van de R 18. Van ons hadden ze 'm zo meteen in productie mogen nemenunieke beat hebben met een indrukwekkend koppel van meer dan 150 Nm in een groot deel van het toerenbereik. Het verhaal gaat, dat de zuigermaat werd bepaald tijdens de oktoberfeesten in München. De diameter van de zuiger komt over een met de maat van een 1-liter bierpul…

Oude looks, nieuwe tech

Voor de ontwikkelingsafdeling van BMW was het een behoorlijk uitdagende klus om moderne technologie en indrukwekkende prestaties te verstoppen in een klassiek design, waarbij toch wel de nodige compromissen werden gesloten om de motor geschikt te houden voor de eisen van de 21e eeuw. Zo heeft de R18 heeft geen trommelremmen maar schijfremmen. Het origineel had plunjervering op het achterwiel. Ook dat heeft de R18 niet. Het lijkt alsof de motor een hard-tail heeft, maar in werkelijkheid is aan het uit stalen buis en gegoten en gesmede delen vervaardigde, dubbele wiegframe een scharnierend achterframe met cantilever monoschokdemper bevestigd. Deze constructie laat een veerweg van 90 mm toelaat. Onder de voorvorkcovers huist een 49 mm telescoopvoorvork met instelbare veervoorspanning en veerwegafhankelijke demping. De veerweg is 120 mm. De voorvork staat met een balhoofdhoek van 57,3° behoorlijk onderuit, de naloop is met 150 mm ook erg lang. Afwijkend is verder dat de R18 geen zweefzadel heeft, maar een op het frame bevestigde monoseat met een zithoogte van 690 mm. Verder heeft ook het oude duplo-lampje plaats moeten maken voor LED-verlichting, als optie is zelfs adaptieve bochtverlichting op de R18 leverbaar. Dit systeem werkt bij een snelheid van meer dan 10 km/h en een hellingshoek van 7° of meer.