Interview Stuart Garner
Visie
Inhoudsopgave |
---|
Interview Stuart Garner |
Terug naar huis |
Isle of Man TT |
Visie |
AC: Heb je een plafond voor ogen voor wat betreft het aantal Norton’s dat je jaarlijks wilt gaan produceren?
SG: Kijk naar een ander legendarisch Brits merk met twee keer zoveel wielen – Aston Martin. Aston maakt minder dan 4.000 auto’s per jaar, maar ze hebben een erg sterke globale merknaam die dat lage productieaantal ondersteunt. Ik weet dat er een aantal sectoren in de markt zijn waar Norton als merk niet naar toe kan gaan, en ik geloof dat er een zekere jaarlijkse productielimiet is voor een merk als Norton, die als we die zouden overschrijden onze exclusiviteit zou vernietigen en de kracht van het merk zou verkleinen. We weten dat we ergens tussen de 6.000 en 8.000 units per jaar zouden kunnen produceren zonder inbreuk te doen op het Norton imago, dus ik denk dat we dat in de toekomst als eventueel plafond aan zullen gaan houden. Maar alles op z’n tijd.
We hebben hier in Donington een infrastructuur waarmee we jaarlijks ergens iets meer dan 6.000 motoren kunnen produceren, hoewel we dat kunnen uitbreiden als we dat willen. We hebben namelijk het landgoed waarop we kunnen gaan bouwen mocht dat nodig zijn – sterker, we zijn al een nieuwe productie faciliteit aan het bouwen in het bos aan de achterkant van de huidige fabriek, om al het laswerk onder te brengen, inclusief de productie van frames en aluminium tanks, en misschien zelfs een spuitstraat. Dat is waarom we een paar jaar geleden zo hebben gepusht om Donington Hall te kopen. We zullen dit landgoed nooit ontgroeien en als een bedrijf is het belangrijk om onze roots te bouwen op een locatie die er ook na mijn tijd nog zal zijn. Het is fabuleus geruststellend te weten dat je hier voor altijd bent, of het nu privé of zakelijk is, en je niet meer hoeft te verhuizen tenzij daar een erg goede reden voor is.
AC: Met het extra voordeel dat het trainen van de volgende generatie arbeiders je via een door de overheid gesteund leerlingenwezen je biedt?
GS: Dank dat je hebt gezien en opmerkt wat we hier voor met onze leerlingen doen, want dat doet niet iedereen. In plaats daarvan wordt me gevraagd, waarom heb je dat grote oude gebouw gekocht, waarom heb je zulk een groot landgoed als je maar 15-20 motoren per week bouwt, waarom bouw je een nieuwe fabriek ernaast? Kijk, het draait allemaal om wat er over vijf, tien of vijftien jaar van nu gebeurt. Ik heb geen grond verkocht omdat we Norton langzaam willen laten groeien, controle willen houden over ons eigen lot en het op de juiste manier voor het merk willen doen, door jonge mensen te trainen Engelse motoren te bouwen, met Engelse onderdelen. We hebben ons eigen lot in handen, en de boekhouders en durfkapitalisten zetten ons niet onder druk met een driejarenplan om Norton via een beurslancering op de markt te zetten. Mijn horizon voor dit bedrijf is hier tot in de lengte der dagen te blijven. Ik geloof er sterk in dat mijn opvolger als Managing Director van Norton een van de leerlingen zijn zal die we hier hebben gehad – die, dat wil ik nog vermelden, allen hier op gesprek zijn geweest zonder naar hun schoolkwalificaties te kijken. Toen ik van school ging had ik in feite ook geen papieren en het zou hypocriet van me zijn om nu alleen leerlingen aan te nemen die op school tienen hebben gescoord. Wat voor ons belangrijk is, is wat voor soort mensen het zijn – wat het doel is van een persoonlijk gesprek – en of ze over de juiste passie beschikken om Norton motoren op het hoogste niveau te bouwen.
AC: Dus je bent in het bezit van een motorfabriek, een luxe hotel, een kwekerij voor inheemse dieren in Zuid Afrika en rijdt een V12 Aston Martin, maar bent zonder papieren vroegtijdig van school gegaan? Niet slecht!
SG: Absoluut – helemaal niks. Ik denk dat het belangrijk is dat we mensen naar Norton halen die hier zijn voor de passie en de vaardigheiden die ze kunnen krijgen, in plaats van met academische diploma’s te wapperen. Ik denk dat in veel opzichten dat de ondergang van de Britse industrie heeft ingeluid, waar een vel papier belangrijker was dan de vaardigheden van een oude vakman te hebben geleerd. Hier bij Norton hebben we nog een oude kijk op hoe de jeugd moet worden opgeleid om zelf vakmensen te worden. Men vertelt me dat ik op de lijn van genius en stompzinnig balanceer en als ik het mis heb zullen ze zeggen dat ik flink wat aandelen had moeten verkopen en Norton flink te gelde had moeten maken. Maar als we het bij het juiste eind hebben, dan zullen ze zeggen – oh, Garner was een visionair die tien tot vijftien jaar vooruit keek, die Norton met een sterke fundering herbouwde door zich te verzekeren van een sterk personeelsbestand met passie voor het merk Norton en Britse vakmensen die met toewijding handgemaakte motoren in een gelimiteerde oplage kunnen bouwen en van hun werk en producten houden.
Maar dat kost allemaal tijd, en het is alleen dan dat we terug kunnen kijken en hopelijk beslissen dat het inderdaad de juiste manier is geweest om Norton een nieuw leven in te blazen. Zoals ik al heb gezegd, het is triest om te zien wat er met MV Agusta is gebeurd, maar het is tegelijkertijd hartverwarmend om te weten dat we met Norton waarschijnlijk de juiste weg zijn ingeslagen om een van de meest historische, prestigieuze merken de afgelopen jaren weer tot leven te brengen. Laten we hopen dat MV de zware tijden doorstaat – maar het is vreemd genoeg geruststellend om te weten dat, hoewel de risico’s er terdege zijn, we erin zijn geslaagd die te omzeilen als we vooruitkijken naar de twee compleet nieuwe motorplatformen die de komende 18 maanden zullen worden geïntroduceerd, en vanuit een sterke positie nieuwe Norton producten te ontwikkelen.