Zoeken

Interview Leon Haslam

Hoofdstuk WK Superbike

22 augustus 2019

Terug naar het WK Superbike. Hoe verloopt je seizoen tot nu toe?

LH: Om eerlijk te zijn is het geen gemakkelijk jaar. We begonnen het seizoen sterk in Phillip Island en vochten met Jonny om de tweede plaats en dat was ook het geval in Aragon, maar na Aragon zat er een zenuw vast in mijn onderrug waar ik de twee races daarna in Assen en Imola veel last van had. Ik ben aan mijn linkerenkel geopereerd en in Laguna Seca brak ik mijn hand. Er was een periode in het seizoen dat ik voelde dat ik weer sterker werd en we stonden toen in 4 races 4 keer op het podium. We zijn in 3 races gecrasht, wat alle drie mijn eigen fout is geweest. We lagen in alle drie die situaties op podiumpositie. Momenteel heb ik 18 punten achterstand op de derde plaats en ik heb meer dan 30 punten weggegooid, meer dan 40 punten zelfs.

Mijn doel was dit jaar om in de top 3 te finishten, het doel van het team was top 5. LH: Momenteel staan we 5ein het kampioenschap, maar momenteel zijn er nog een paar punten waar ik moeite heb mijn stijl aan de motor aan te passen, evenals de blessures en proberen alles te doorgronden in slechts twee sessies van 50 minuten elk. Voor mij is dat moeilijk. We zullen zien wat het volgend jaar brengt, maar ik denk dat het voor mij dan gemakkelijker wordt, omdat ik dan de motor en het team ken en weet waar ik wat anders moet doen, niet elk circuit nog moeten leren. Ik ben dus niet ontevreden, maar tegelijkertijd zijn er dit jaar nog veel hordes te nemen.

 

Je hebt nu dit jaar Marcel Duinker als Crewchief. Helpt hij je?

LH: Ja, Marcel zit er al vanaf het begin en kent de motor van binnen en buiten, weet exact hoe je deze motor moet rijden. We hebben eerlijk gezegd haast geen aanpassingen aan de ZX-10RR gedaan, het is meer dat ik me aan de motor moet aanpassen. Dat is moeilijk, ik probeer mijn eigen natuurlijke stijl aan te passen aan de natuurlijke stijl van Jonny. Als je je eigen stijl moet aanpassen aan die van een ander, die 4 wereldtitels op zak heeft, dan zal je ‘m nooit verslaan. Er zijn echter ook pluspunten, in sommige bochten op sommige circuits ben ik met mijn natuurlijke rijstijl gelijkwaardig of zelfs nog beter. Ik moet dus een compromis zien te vinden tussen mijn eigen stijl en die van Jonny.

 

Wat bedoel je met ‘je rijstijl aanpassen’. Kun je een voorbeeld geven?

LH: Ik verlies het meeste in de stop/go situaties, bij het remmen. De manier waarop het motorrem management werkt en de balans van het chassis en de manier waarop ik rem vergeleken met de manier waarop hij remt, dan helpt mijn manier van remmen de motor niet, het hindert de motor zelfs.

 

Ben je dan te agressief met remmen?

LH: Nee. Jonny remt initieel heel erg hard en is minder agressief aan het eind en bij mij is het juist omgekeerd: ik ben te voorzichtig in het begin en te agressief aan het eind. Ik vraag bij het insturen van de bocht om heel veel remdruk, het dynamische motorrem systeem opent het gas en maakt dat ik als het ware als een trein de bocht in wordt geduwd. Jonny en nu ook Toprak doen het precies andersom, zij vragen veel in het begin en minder aan het eind, waardoor er minder druk is en het systeem veel beter werkt.

 

Hoe doe je dat, je aanpassen. Is dat iets mentaals?

Het is moeilijk, maar het is ook een kwestie van de bochten begrijpen en hoe ik me moet aanpassen. Ik weet dat echter pas als ik op het circuit heb gereden. In sommige bochten is de manier waarop ik rem juist beter, maar in de bochten waar je uit alle macht moet remmen en alles eruit moet halen, om daarna weer vol weg te accelereren weet ik dat mijn stijl verkeerd is. Ik ben dus continue bezig mijn stijl aan te passen, wat betekent dat ik niks aan de motor verander, of naar het motorrem management kijk of racesimulaties doe, voorbereiden op de race. Ik ben alleen maar bezig met zelfanalyse om me in misschien alleen drie bochten te verbeteren. Dat zijn wel de drie bochten waar ik op dat moment 0,5-0,6 seconden verlies, terwijl ik in de rest van de baan niets verlies of zelfs iets win. Als je echter zoveel verliest in een bocht, dan is dit het resultaat.

In de race rijd ik zonder moeite een gat dicht, 1 – 2 seconden is geen enkel probleem, maar daarna kom ik er gewoon niet voorbij omdat ik moeite heb de motor tot stilstand te krijgen. De snelheid is niet het probleem, het is dus meer de top & go situaties. In de race, waar ik normaal gesproken sterk ben – ik ben een pure racer, ik kan inhalen, ik kan agressief zijn, maar op dit moment ben ik dat niet met deze motor. Hopelijk met wat meer testen dit jaar, kunnen we volgend jaar een stap vooruit zetten.

Je bent de meest ervaren coureur in de paddock, de enige die op alle merken heeft gereden. Je rijdt nu voor Kawasaki en dus kun je niet anders dan zeggen dat dit de beste motor is die je ooit hebt gehad, maar aan welke machine heb je de beste herinneringen?

Ik ben bij Ducati begonnen, daarna Stiggy Honda, van Stiggy naar Suzuki waar ik tweede werd in het kampioenschap, vervolgens BMW, van BMW weer naar Honda, van Honda naar Aprilia en nu Kawasaki. Zes merken waarmee ik op het podium heb gestaan. Allemaal hebben ze hun goede en mindere punten, maar het seizoen waar ik met het meeste plezier aan terugdenk is dat met Alstare Suzuki, omdat het een compleet pakket was. Het was niet de snelste motor, maar het was een goed pakket. We vochten dat jaar tegen Max Biaggi op de 250 pk Aprilia met tandwiel-aangedreven nokkenassen en we hadden hem bijna verslagen voor de wereldtitel. Voor een basic pakket met geen tractiecontrole of niks was het een fijne machine om mee te rijden. De periodes daarna, bij BMW, bij ten Kate Honda en bij Aprilia ging het alleen nog maar om elektronica. Het ging er alleen nog maar om het vinden van de juiste setting van elektronica, het ging niet meer om het rijden met de motor en het vinden van de juiste afstelling.

 

Het was de beginperiode van BMW. Je was toen wel sneller dan Troy Corser.

Dat klopt. We versloegen Troy, stonden vaak op het podium, had regelmatig de leiding in de race en finishten het kampioenschap op de 5eplaats. Het tweede jaar met Marco Melandri erbij was een stuk gemakkelijker, omdat hij veel kennis van Yamaha meebracht en we een grote stap met de elektronica konden zetten. Voor mij was dat wel een moeilijk jaar, omdat ik mijn been brak. We versloegen Marco regelmatig in de race, maar met de dynamiek van alles was het voor mij een moeilijk jaar.

Ten Kate daarna versloeg ik Jonny de eerste race gemakkelijk in Phillip Island, maar brak in Assen mijn been en dat was echt superslecht, ik miste 3 of 4 races daardoor en reed de rest van het seizoen geblesseerd. Het tweede jaar was moeilijk voor mij, ik voelde me niet gelukkig. Het laatste jaar ging ik naar Aprilia, maar dat was geen fabrieksteam meer. Het regelement was veranderd ten aanzien van standaard materiaal, Kawasaki had niet Jonny getekend met een nieuwe machine, het was een moeilijk jaar. Voor mij persoonlijk was het een goed jaar, we wonnen races, maar de Aprilia was geen winnend pakket.

Dit jaar is voor mij nu voor het eerst dat ik op een winnend pakket rijdt. Het eerste jaar terug van weggeweest in de schaduw van Jonny, de motor leren kennen, het team en de elektronica. Ik wist dat dat moeilijk zou worden, maar dan nog… ik zit op een pakket waarmee je kunt winnen. Het is voor mij m’n eerste en enige kans die ik heb gehad dus het heeft wel mijn prioriteit om hier te blijven.

 

Heb je al een contract voor volgend jaar?

We zijn nu met Kawasaki hierover in gesprek, we zouden de komende een of twee weken iets moeten weten. Het ziet er wel naar uit dat we verder gaan, ik voel me in de Kawasaki familie erg op m’n plek en ze zijn tevreden over mij.