Zoeken

Interview Cora van Nieuwenhuizen

Rijbewijzen

8 mei 2020

 

 

In veel landen is het toegestaan om met een B-rijbewijs op een 125cc-motorfiets te rijden. Het zou fileproblemen en CO2-uitstoot kunnen verminderen. In Nederland mag het niet. Als het aan de minister ligt, blijft dat zo: “Ik ben daar geen voorstander van, daar wil ik eerlijk over zijn. Motorrijden is iets anders dan autorijden. Een motor is een balansvoertuig. Je moet anders anticiperen op medeweggebruikers, op overgangen in de weg en op gladde stukken. Je moet dat leren. Als ik mensen vraag of ze net zo gemakkelijk een noodstop met een motor zouden durven maken als met de auto, dan is het antwoord meestal nee. Ik zou helemaal niet willen dat jongeren van 18-24 jaar met een autorijbewijs gaan motorrijden.
Het is wetenschappelijk aangetoond dat deze jongeren meer risico nemen. Je moet die jonge gasten daarom tegen zichzelf beschermen. Dat is ook het nut van het getrapte rijbewijs, daarmee kunnen ze geleidelijk rijervaring opbouwen. Ik begrijp best dat sommige motorrijders het halen van het rijbewijs uitstellen tot ze 24 zijn, omdat ze niet meermaals examen willen doen. Dan bouwen ze de rijervaring niet op, maar ze zijn dan in elk geval de risicovolle leeftijd voorbij als ze op deze manier instappen.

Autonoom rijden

De overheid wil het aantal verkeersslachtoffers terugdringen. Autonoom rijden zou daar een rol in spelen. De vraag is echter, of motorrijden in die visie past: “Ik heb onlangs in een debat nog aangekaart dat het belangrijk is dat dit soort systemen ook motorfietsen feilloos detecteren en dat we producenten moeten vragen hier aandacht aan te besteden. Daarnaast moeten we ook kijken welk van deze ontwikkelingen bruikbaar zijn voor motoren. Het is een ander soort voertuig, dus is niet alles toepasbaar. Een automatische noodstop zal niet kunnen, maar een waarschuwing voor in slaap sukkelen is wel mogelijk, of vaart minderen als de concentratie wegvalt. We moeten kijken naar wat nuttig is. Een geheel zelfrijdende motorfiets lijkt me niks. Je moet het motorrijden voelen en beleven, anders kun je net zo goed in een auto stappen.” 

Milieuzones

Een lastig punt is, dat elk land en tegenwoordig bijna elke stad zijn eigen milieuzone-systeem ontwikkelt. Soms gelden die zones ook voor motorfietsen, soms niet. Wordt er gewerkt aan een verplichte, Europese eenheid op dat gebied? “We willen in elk geval in Nederland een uniform systeem, dat in elke stad op dezelfde manier functioneert met dezelfde bebording. Collega Van Veldhoven (Minister van Milieu en Wonen, red) is bezig met de harmonisatie. Het zou nog mooier zijn als dat op Europees vlak kan. Het moet in elk geval duidelijk aangegeven worden en het moet niet zo zijn dat je pas als je de stad inrijdt ziet dat je er niet in mag. Dat is te laat. Het moet duidelijk zijn.

Asfalt of thuiswerken?

Het fileprobleem wordt steeds groter. Moet er meer asfalt komen, of moeten werkgevers gedwongen worden om mee te werken aan thuiswerken? “Ik denk enerzijds dat er nog steeds nieuw asfalt nodig is. In Muiderberg hebben we een filereductie van 80% bereikt door de weg te verbreden. Verder ligt de sleutel van het fileprobleem inderdaad bij de werkgevers. Het grootste deel van het spitsverkeer is woon-werkverkeer. Voorstanders van rekeningrijden moeten beseffen dat mensen toch naar hun werk toe moeten, ook als ze daar meer voor moeten betalen. Dat werkt dus niet, er zijn andere maatregelen nodig. Als je 10-15% verkeer uit de spits kunt halen, zijn de files opgelost. Dat moet haalbaar zijn door de aanvangstijden te spreiden en thuis te werken. In Nijmegen experimenteren de universiteit en de HAN met verschoven aanvangstijden. Dat scheelt veel. Thuiswerken is ook een optie. Gelukkig verandert de mentaliteit van werkgevers. Vroeger was er nogal scepsis over thuiswerken, ze dachten dan dat je met je joggingpak op de bank bleef zitten. In de praktijk blijken mensen die thuiswerken vaak juist productiever te zijn. Ze hoeven niet - zoals hier op het ministerie - een halfuur naar een werkplek te zoeken en ze worden niet afgeleid door collega’s” lacht Van Nieuwenhuizen. “Het belangrijkste is dat mensen bereikbaar zijn. Maar tegenwoordig kun je mailen en bellen.”