Zoeken

Verslag Triumph Adventure Experience

Geen probleem

1 mei 2019

Dus, eenmaal de voorzorgsmaatregelen getroffen kunnen we op pad. Eerst maar eens een rondje rond het meer. Daarna krijgt de groep instructie over remmen, koppeling, sturen en houding, zoals bij elke offroadtraining. Wat mij nog het meeste opvalt is hoe zeer de uitlaat mijn rechterbeen naar buiten dwingt als ik wil gaan staan. Zittend is het geen probleem, maar wil ik rechtop staan, dan zal ik mijn voet moeten verplaatsen. Lijkt zo nét alsof ik het vaker heb gedaanHet is één van die dingen waarbij je stiekem toch merkt dat het een compromis is; Triumph classics zijn gaaf, hardcore offroadrijden is een totaal andere tak van sport. 

Ik zal er aan moeten wennen of omheen moeten werken, want we gaan er niet moeilijk over doen. Na eerst wat probeerwerk met een slalom en stapvoets rijden, wordt het steeds stapsgewijs iets ingewikkelder. Of tenminste, zo klinkt het wel. Heuvel op, steile heuvel op, ook weer af, heuvel met een bocht, afdaling met een bocht, heuvel met afdaling, wasbord met slingers, allemaal eng enger engst…. Totdat je het daadwerkelijk doét. Misschien valt dat nog het meest op; hoe vaak je na een volgende stap achteraf denkt ‘joh, was dat alles?’ Maar dat geeft maar aan hoe het programma is opgebouwd. Zelfs de lunchpauze is netjes ingelast. Je weet wel, zeker als je met iets zo intensief bezig bent als wij nu, ga je helemaal hypergefocust en happy richting lunch, heel toevallig ook een langer ritje dan die korte stukjes die je zojuist tussen twee uitdagingen gedaan hebt dus je kunt eeeeeindelijk een beetje gas geven en je vindt het nog leuk ook. Dan de lunch, uurtje, misschien net wat meer, en dan weer terug waar je gebleven bent. En dan komt het…. Hoe ging het ook alweer? Wat moest je nou ook alweer niet vergeten? En er gaat altijd iemand de mist in. Lachen joh. Lekker er omheen staan en blij zin dat jij het niet zelf was, terwijl je langzaam in je achterhoofd terughaalt wat je ’s morgens geleerd had en wat er nu mis ging. Oh ja.

Behalve nu dan. Geen crashes, geen spektakel. Of liever; eigenlijk wel, want we gaan gewoon verder waar we gebleven waren. Die vette obstakels waar we tot nu toe alleen maar langs gereden waren. Helaas laten we dat ene treinstel dat niet alleen voor decoratie dient toch links liggen, maar eigenlijk alleen maar omdat we misschien iets zouden raken. ‘Ik had het al gecheckt, maar ik weet nog niet En dan te bedenken dat we geeneens met noppenbanden aan het rijden zijnhelemaal hoeveel grondspeling we precies hebben met deze motoren’, aldus onze Luc. Aan de uitdaging zou het niet gelegen hebben. En wat die banden betreft, daar hebben we tot nu toe ook nog geen enkel probleem mee gehad. 

Dat is grotendeels te danken aan goede instructie en je kop erbij houden. Ergens in het terrein ligt een stukje wat ruwweg als een parcours te rijden is en wordt derhalve ook ‘crossbaantje’ genoemd. En nadat we eerst rustig de route eens verkennen, mogen we er een tijd lustig op los rijden. Logisch dat je dan wat meer gas geeft, en de volgende ronde nog ietsje meer. Totdat je merkt dat er een grens is. Niet aan wat kan, de brommers hebben power en koppel zát, maar waar het eerst mákkelijker wordt met wat meer snelheid – je pakt een kombocht wat mooier, je rijdt net wat vlotter over een lastig stukje heen, je snijdt een combinatie wat vloeiender – wordt het daarna stiekem weer moeilijker. En dan merk je dat het ook aankomt op timing, gascontrole en gewichtsverplaatsing. Volgende keer zwembroek meenemen, ook aan water geen gebrek hierzoEn als je daar net een beetje naast zit, kan dat grote gevolgen hebben. En die worden groter naarmate de snelheid toeneemt.  Weer wat geleerd. 

Maar goed, die stomme Scrambler laat zich dus wél even van z’n allerbeste kant zien. Já hij is zwaar en já je mag flink aan de bak, maar blij je binnen je eigen kunnen, dan is de motor zo mak als een lammetje en trekt je overal doorheen. Nou merk je uiteindelijk wel dat de banden een klein beetje de limiet aangeven, met wat meer noppen zou je waarschijnlijk verder komen, maar zoals ze zijn kom je toch al verbazend ver. Een 1200cc twin heeft dan ook nogal wat bottom power en dat maakt ‘m heel geschikt voor dit werk. Komt ook nog bij dat het geen hoog getuned ding is, maar juist een lekker lui, lekker smeuïg ding en dat maakt ‘m een stuk minder intimiderend. En dat terwijl hij verder dus wél is uitgerust met de beste spullen voor ’t werk. Dat klinkt heel tegenstrijdig en dat is het misschien stiekem, tussen de regels door ook, maar dan bedenk ik me dat hier eigenlijk iets heel anders gaande is.