Zoeken

Verslag motocross beginnerscursus Motorcursussen.nl

Makkelijk als je weet hoe

13 maart 2017

 

Als we ook dit onderdeel grotendeels met goed gevolg hebben afgelegd ligt het tempo op de baan al op een niveau waarbij de rijwind soms verkoelend werkt. Tijd voor wat ingewikkelder zaken: inremmen en omdriften. Omdat een bocht op twee manieren genomen kan worden, zullen we hier een paar keer op moeten oefenen. Nog los van ‘gewoon’ een bocht door rijden dan, maar dat kan altijd wel en geeft maar even aan dat het nog makkelijk harder kan en dus zou moeten. Pff... het is zo warm, het lijkt wel werkEen crossmotor is makkelijk op een postzegel te keren, als je maar weet hoe. Hier komen bij mij flashbacks boven van stuntrijden en ook gymkhana, het is de bedoeling om in een met pilonnen afgezette ‘garage’ de motor dwars te slippen (makkelijk) en op vermogen door te laten driften (iets lastiger) om zo weer te vertrekken in dezelfde richting als we zojuist vandaan kwamen. Eindelijk, een beetje bruut geweld gebruiken, ik vind het leuk! Het werkt ook echt goed, zij het voor deze oefening alleen linksom vanwege het uitgestoken linkerpoot. Rechtsom zou op dezelfde manier moeten kunnen. Zou moeten. Komen we nog wel een keertje achter.

Als volgende wordt het toch een beetje tijd om de daadwerkelijke baan op te zoeken: we gaan kombochten rijden. Hè ja, kombochten! Behalve degenen die nog op het oude Assen hebben gereden of heel misschien de Tarzanbocht ook meetellen een in ons land totaal onbekend fenomeen, ténzij je op onverhard gaat rijden. Aangezien we bijna allemaal wel een mountainbike in de schuur hebben staan, ooit gefietscrosst of –en daar gaat het om- wekelijks op noppenbanden rijdt is het weliswaar bekend, maar toch een kleine kunst om een kombocht netjes te nemen. Het voordeel van oefenen is dat je je er op kunt concentreren zonder afleidingen en speciaal daarvoor is zo’n dag als vandaag ideaal. Het baantje eigenlijk ook wel, want in het parcours bevinden zich achtereenvolgens twee perfecte 180 graden kombochten, linksom en rechtsom, om dan via een hazenpaadje weer rond te rijden en nog eens te proberen. 'En dan rij je daar linksaf en bij de derde stoplichten is dan de Mac'.Dit is tof, want nu komen al meerdere dingen bij elkaar: houding op de motor, kijktechniek en wat we net al geleerd hebben: het uitaccelereren. Als je het goed doet wil de achterkant van de motor net een beetje naar buiten en omdat we daar net op gefocust hebben is dat voor niemand nog reden tot paniek. Handig!

Zo met alles bij elkaar komen we inmiddels al aardig rond en het idee totaal niet te weten wat we aan het doen zijn, of zelfs maar in hemelsnaam waaróm, schittert inmiddels in afwezigheid. Met enkele hobbels op het achterste ‘rechte’ stuk wil de motor bij sommigen ook al een beetje loskomen, dus wordt het tijd voor het pièce de résistance, datgene wat de mooiste foto’s oplevert, het springen. Uiteraard het leukste van crossen, maar zoals gezegd ook datgene waar het het meest vaak misgaat. “Zeker als iemand schrikt of zich een beetje heeft vergist in zijn snelheid kan dat echt serieus mis gaan. Is dit ook goed voor m'n Flying Blue miles?Doen ze halverwege het gas dicht, dan gaat ‘ie duiken he… en dan kun je dus lelijk op je bek gaan”, aldus Dennis nogmaals ten overvloede. Aan de andere kant… als je het goéd doet wordt het eigenlijk alleen maar leuker. En het is zo eenvoudig: met meer gas draait de motor achterover, met minder gas voorover en daar kun je mee spelen. Nou zou ik zweren dat ik uiteindelijk méters ver door de lucht vloog, eenmaal de foto’s teruggezien viel dat effe vies tegen. Maar vliegen was een feit en oefenen met het net geleerde levert ook verrassende, heldere resultaten.  En gas is inderdaad alles; bij twijfel gewoon die kraan open is een stuk veiliger dan ineens dichtdraaien en daarmee het risico lopen op een neuslanding.

Met dat eenmaal een soort onder de knie hebben we vandaag geleerd wat er te leren valt. Rome is niet in één dag gebouwd en wij zijn ook geen wereldkampioen, maar we willen intussen wel met plezier een paar ronden rijden en kijken of we nog mooier door een bocht kunnen komen, nog hoger of verder kunnen springen en iemand voor je is geen obstakel, maar potentiële prooi. Zo moet ‘t, crossen is léuk en zo gaan we na afloop allemaal tevreden naar huis. Als ik nu nog eens ergens terechtkom waar het om noppenbanden gaat zal ik verre van de beste zijn, maar zal het niet afslaan. Doel bereikt, ik wil méér!  Die Red Bull Knockout laat ik lekker voor wat het is, maar heel stiekem vraag ik me nu wel af hoe dat zou moeten zijn. Eerst nog maar eens een paar keer oefenen.