Zoeken

10 jaar Wrenchmonkees

Geur van Werkplaatskoffie

15 maart 2018

Aangezien we ineens besloten hadden naar Zweden te willen, begon ook het grote plannen. Waar willen we heen, waar willen we per se langs, wat willen we nog meer zien, hoeveel dagen rijden we en hoeveel per dag? Enzovoort, ook ons is dit soort reisplanning niet vreemd.  Maar van alle adressen die we onderweg aandeden, was er eentje nog wel erg voor de hand liggend. Aangezien we toch via de brug van Zweden naar Denemarken wilden en die brug aansluit in Kopenhagen, dé stad van de thuisbasis van Wrenchmonkees, was van meet af aan al bekend dat we daar langs zouden moeten.  Een klein beetje mailen en men was op de hoogte van onze komst, nog een paar korte berichtjes Geen opzichtig naambord, enkel de kleine poster op de deur verraadt dat je hier bij Wrenchmonkees bent. Als je het niet weet rijdt je er zo aan voorbij (net als wij)tussendoor en onderweg en we konden duidelijk aangeven welke dag en hoe laat we zouden arriveren.

Dat we dan uiteindelijk in eerste instantie toch voor een dichte deur staan, is weliswaar een lichte teleurstelling, maar nadat we nog eens bellen en ons wordt beloofd dat er binnen een half uur iemand is om de deur open te doen, maakt het weer helemaal goed. Soms zijn het net mensen, ook al ben je dan een wereldberoemde bouwer.

Meteen worden we op een veel beter been gezet door tussenkomst van een bak oer eerlijke motorrijderskoffie. Je kent het wel, de bak ‘we maken maar meteen voorraad voor de komende uren, type asfaltering en zo lang het warm blijft, is het drinkbaar’ in een afgespoelde mok met hooguit een klont suiker om het iets beter verteerbaar te maken. Waar je dan tóch nog een tweede van neemt, omdat je al snel vergeten bent waarom je zo lang over de eerste deed. Werkplaatskoffie.

En dat is het dan ook. Wie denkt dat Wrenchmonkees inmiddels zijn doorontwikkeld tot een smetteloos wit kantoor met naast elk bureau één van hun creaties en een op volle toeren draaiende expeditie voor de merchandise, heeft het mis. Hier wordt gewérkt. Dat is ook de reden dat we gewoon met die mok koffie aan de kant worden gezet: we wachten maar gewoon even. Komt ook omdat hoewel de koffie liefdevol werd gezet door Per Nielsen, een van de twee oprichters, maar we liefst toch even kunnen wachten tot Nicholas Bech, de andere helft van het duo, ook is gearriveerd. Dat duurt nog een klein kwartiertje, totdat Nicholas inclusief hond het pand betreedt. Waar je ook kijkt, overal is een bende eh.. we bedoelen: alles is authentiek“Ja sorry, ik moest ‘m meenemen want er is nu even niemand thuis, last minute verandering in de huisagenda, je kent het wel. Hallo jongens, leuk dat je er bent”. En dat is dan dat. Liefst waren ze gewoon aan het werk gegaan, maar door die twee Nederlanders moet er toch minstens één een beetje aandacht aan het bezoek besteden. Of tenminste, dat klinkt ook alweer erger dan het is.

Kom je hier binnen, dan is het ‘hallo’ en verder ben je één van de boys. Geen sterallures, geen rock n’roll, gewoon twee jongens die graag met motoren werken en daar hun werk van hebben kunnen maken. En net zo liefhebber als jij en ik. Allemaal motorfanaten, dus behandel je elkaar als gelijke.