Zoeken

Freaks goes Stelvio deel 1: het avontuur

Drielandenpunt

8 september 2015
Inhoudsopgave
Freaks goes Stelvio deel 1: het avontuur
Uitzicht genieten
Drielandenpunt
Twintig minuten
Verbazingwekkend
Mooi geweest

Stelvio 6268

Het dorpje Nauders blijkt nog lang zo gek niet te zijn; pittoresk en knus, precies uit de folder. En bewoond door uiterst aardige mensen. “Hee verrek nou toch, een nieuwe XR! En nog Hollanders ook, wat zei ik je!?” blijkt genoeg te zijn voor een heel lange avond gevuld met bier, schnaps en de meest knoflookrijke pizza ooit gemaakt. OStelvioOh wacht, zijn we niet meer op Man!?nze nieuwe vrienden blijken vaste bezoekers te zijn van het gebied en weten direct de meest fantasierijke routes op te noemen voor de volgende dag. “Je moet langer blijven, het is niet genoeg!” Joh, dat weten wij ook wel, maar we kwamen hier nou eenmaal met maar één doel en dat hebben we morgen al snel bereikt, de rest is mooi meegenomen.

Een wekkerloos ontwaken staat voor een mooi begin van een nieuwe dag. Achteraf kijk je een koe in z’n kont, maar gelukkig is de schade beperkt en is het nog een soort van ‘vroeg’. Tijd voor een goed ontbijt, tanden poetsen (die pizza had écht veel knoflook) en dan helm op en gaan. Het is nog altijd augustus en dat is hoogseizoen. En dat gaat niet alleen voor motorrijders op, maar ook voor auto’s met 2.6 kind, fietsers, camper, mooie oude volkswagenbusjes, touringcars en caravans. En allemaal willen ze voor vertrek nog de mooiste passen nemen want ‘dat kan makkelijk met volle bepakking’.

Wij vinden van niet en willen er dus zijn vóórdat de Alpe d’Huisraad losbarst. En omdat we vanavond opnieuw op dit adres logeren kunnen we zelf ook zonder bagage aanvangen. Tof idee. Met de Reschenpas als wakkermakertje rijden we snel door naar Trafoi, het laatste dorpje onderaan de berg. Effe pinnen, camera’s monteren, nog een kauwgumpje (knoflook hè) en we kunnen.

Stelvio

De weg slingert zich rustig, licht stijgend het dorp uit. Hier is het dal al knap smal, wat het de perfecte entree maakt voor een memorabele klim. Nog niets wat er op wijst dat ergens hier een weg loopt die je over één van deze megalomane reuzen zou kunnen brengen, dus dat wordt wat. Een klein stukje met twee hairpins is nog maar net de voorbode. Daarna slingert de weg zich snel verder door nog een restantje bewoning, richting het bos. WStelvioMoeten we nog zeggen waarom we hierheen gingen?e zijn nog goed op tijd, zo druk is het gelukkig nog niet. Wat wel opvalt is niet de hoeveelheid motoren (simpel: het zijn er veel) maar de diversiteit. Natuurlijk zijn de boxers in groten getale aanwezig, maar daarnaast zien we ook veel minder gebruikelijke modellen als Ducati Streetfighters, een Griso en verrek, zelfs een V7 Racer. Zal die het naar z’n zin hebben! Slechts een enkele keer komen we bij een opstopping als een lijnbus een tegemoetkomende automobiel wil passeren, maar verder gaat het prima. Tot de boomgrens gepasseerd wordt. Halleluja, wat een uitzicht! En dat naar beide kanten, want hoewel we met gemak al hoger zitten dan menig andere passage in het Central Massif, de Cote d’Azur, Gran Canaria of de Pyreneeën, we zijn nog niet op de helft. En nog steeds valt er van een eind geen reet te bekennen. Dan wordt het ook beschamender. Waar het tot nu toe nog leek op een weg met enig nut met hier en daar een hairpin, gevolgd door een stuk slinger, worden de verbindingsstukken steeds korter totdat het eigenlijk niet veel meer is dan een aaneenschakeling van haarspeldbochten. Was ik eerder nog regelmatig verbaasd over wat er na de volgende bocht nu weer voor me lag, inmiddels begint de variatie aan passende kreten aardig dun te worden. En we gaan nog even door. Remmen, terugschakelen, achterom kijken, insturen en gas er weer vol op. Zo sleurend aan het beschikbare koppel is het toch wel leuk om daar genoeg van aan boord te hebben, al blijft het voelbaar wringen. Telkens als de motor in z’n normale werkgebied komt, kan er alweer afgeremd worden voor de volgende. Het is haast aandoenlijk.

Stelvio
Look at me. Now look at the road. Now back at me.

Een soort plaatsvervangende schaamte komt opborrelen als ik al ver door mijn woordenschat heen ben en we nog steeds maar niet boven zijn. Elke bocht is er weer een, elk uitzicht nog spectaculairder. Die Italianen steken de draak met de weggebruiker hier, ik weet het zeker. Niemand bij z’n volle verstand die hier ooit vanuit het dal tegen deze rotswand aan keek en dacht ‘Daar moet gewoon een weg overheen, kan niet anders’. Een alternatief scenario in de lijn van ‘Hee Mario, wil je lachen? Wat als… Zie je de gezichten al? Kom niet meer bij!” kStelvioIets met 'dak van de wereld', ofzolinkt veel aannemelijker. Hoe dan ook, na nog eens een X aantal hairpins heb ik het opgegeven mijn verbazing te volgen en laat het maar gewoon over me heen komen. op ongeveer hetzelfde moment duiken in de verte de eerste gebouwtjes op van de top. We zijn er.

Commerciële bende natuurlijk. Hotelletje, ‘berghutje’, bord, restaurantje en een rits aan winkeltjes met opvallend gelijk assortiment souvenirmeuk, allen even authentiek. Maar het is wel even tof om te stoppen en het uitzicht in je op te nemen. Vooral omdat er aan de andere kant eenzelfde hoogteverschil ligt, klaar om opnieuw bedwongen te worden. Even een break. Sowieso een boel motoren hier en dan wordt het leuk de uitschieters te vinden. Die V7 komt ook zo boven, de held. Tussen alle Duitse tweecilinders die met gemak ruim de helft van de populatie invullen zijn er toch wel enkele opvallende variaties. Meest in het oog springt een kentekenplaat met ‘Toronto’ erop. Leuk! Even navragen hoe dat zit dan. “Joh, welke brug heb je genomen van huis uit dan?” “Air Canada”. En het verplichte “hoe vind je het tot nu toe” wordt beantwoord met “we hebben de Stelvio nu zo’n vijf keer gedaan en hebben nog een kort lijstje te gaan, daarna rijden we weer door naar onze volgende stop. Maar tot nu toe is Europa best mooi”. ’t Is hem geraden.

Stelvio