Zoeken

Test: Triumph Speed Triple RS

Mountain Section

22 februari 2018

‘Gaat het goed zo, qua tempo’? Vraagt onze voorrijder bij de eerste gelegenheid. Nou hadden we vooraf iets beter kunnen inlezen, maar goed, je vergeet altijd wel wat. Bij navraag over de creatieve rijlijnen van de man geeft hij al snel toe dat hij enkele jaren de Isle of Man TT heeft gereden. De achterrijder idem, wat stiekem aan zijn nagelnieuwe en van veel sponsors voorziene raceoverall al was af te leiden. En dan is er nog onze gastrijder die vrolijk even meelift met ons groepje, een zekere Fogarty. Ook niet de minste, met én TTervaring, én nog achteloos vier WK superbike titels achter zijn naam. Dat de heren nog vrolijk staan te lachen terwijl wij naarstig Noemt KTM het 'the beast', komt Triumph met 'the ultimate hooligan.' Gentleman Hooligan...op adem komen mag geen naam hebben, maar dat onze voorrijder ons ’s middags bij terugkeer in het hotel bedankt voor het soepele ritje en ‘ik heb liever zoiets dan zo’n mak groepje wat geen tempo kan maken’, steken we toch weer in onze zak. Zogezegd, een redelijk straf toertje.

Bovenstaande zegt in principe niks over de motor in kwestie, maar stiekem toch ook weer wel: Het feit dat dit kán, met zoveel overtuiging, is volledig aan de motor toe te schrijven. We hebben het dan ook over de nieuwe Speed Triple, in dit geval de RS versie. Triumphs laatste wapen in de zware naked bike klasse en de volgende -zevende- incarnatie van een van de langstlopende modellen van Triumph sinds de wederoprichting. De eerste Speed Triple zag het licht al in 1994 en is sindsdien almaar doorontwikkeld, uitkomend in het model wat nu voor ons staat Inclusief ride by wire, een IMU sensor voor slim ABS en tractiecontrole, een multifunctioneel TFT display en alle functies en extra’s die je
Nog steeds kenmerkend Speed Triple. En waarom zou je veranderen als je d'r zó uitziet?

Dezelfde nieuwe knopjes en TFT als we al kennen van de nieuwe Street en Tiger. Joystick en knippers haal je snel door elkaar, maar buiten dat alleen maar lof

RS, dus een vleugje carbon. Zadel is ook wat luxer gepolsterd
maar bedenken kunt. En terloops is de motor lichter, scherper én krachtiger geworden. Danku.

Nogal wat uitspraken ja, maar Triumph is niet per definitie een merk dat zoiets niet waar kan maken. En er is dan ook veel aan de motor gedaan, wat we tijdens de presentatie uiteindelijk allemaal merken. Maar er moet vooral gereden worden en daar wordt dan ook de nadruk op gelegd. Achteraf begrijpen we zoals gezegd waarom, veel tijd om iets uit te proberen krijg je niet als voor je iemand rijdt die van de gelegenheid gebruik maakt om alvast eens te oefenen voor een goede rondetijd op de Mountain. ‘Normaal geef ik niet zo om autoblippers, maar deze is eigenlijk best prima’. Ik hoor het hem nog zeggen, terwijl hij duidelijk hoorbaar flink tussengas geeft met terugschakelen. Niet dat dat echt een probleem is, de Arrow dempers die op de RS zitten zijn inderdaad een genot om achter te rijden. Volgens Triumph is dit de best klinkende Speed Triple ooit en ik heb weinig moeite dat te beamen. Knap dat ook deze dempers nog gewoon door de keuring komen. Wat ook helpt zijn de 1000 toeren die de nieuwe triple meer mag maken ten opzichte van de oude. Het effect is niet te missen. Maar het betekent ook meer: door dat extra zetje kan de eindoverbrenging iets korter, wat voordelig is voor de acceleratie. Tel daarbij een langere adem, tien pk winst en in totaal 117 Newtonmeter koppel en je snapt dat dat best wel eens zou kunnen. Komt ook nog eens zo uit dat dat net het zetje is om de topsnelheid gelijk te houden. En al heeft Almeria een prima lang recht stuk, het is nog net te kort om achter die top te komen.