Zoeken

Test: Triumph Thruxton Cafe

Voelen, ruiken, proeven

15 november 2017

Het is moeilijk het niet over het uiterlijk te hebben. Toch wil ik dat het liefst proberen, omdat je zelf ook wel kunt zien hoe de motor eruitziet. Daar heb je mij niet voor nodig. En tóch… toch vallen de foto’s tegen. Je mist de diepte, je kunt er niet omheen lopen, je kunt het niet voelen. Dit is een motor die je moet voelen,
Tankdop netjes verstopt, spiegels... ach, die heb je niet nodig

Diep, maar niet te luid. Euro4 reflectoren kun je ook 'klassiek' noemen, die had m'n pa ook al
ruiken en proeven. Horen misschien ook en dat gaat prima. Nou is het ook een 1200cc tweecilinder, bepaald niet kinderachtig. Maar er is meer: Triumph weet ook hoe je moet sound engineeren. En dan moeten we even terugschakelen naar -sorry- de Monster 797. Want hoe goed dat ding ook moge zijn, hoe ‘echt’ en hoe terug naar z’n roots, één ding was wel degelijk heel erg mis: het geluid. Veel te gedempt en nauwelijks ook maar belofte van verbetering.

Niet veel later een Scrambler Café Racer gereden met een Termi demper: zelfde probleem, maar dan iets luider. Alsof je een ER-6 probeert “goed” te laten klinken met een luide uitlaat… gaat niet gebeuren. Maar anyway, precies dat wat je dus mist bij de ene motor, krijg je zomaar aangereikt bij de andere. De diepe brom, het geluid dat je wéét dat je met een zware (je ware) te maken hebt, precies dat heeft Hinckley tot in de puntjes weten te finetunen. En dan gaat het niet over volume of klappen, maar juist datgene wat je hoort tússen die klappen. Je weet genoeg.

 

Maar er komt nog meer. Was ik even niet op voorbereid zelfs. Op een of andere vreemde manier was er bij mij het idee ingeslopen dat de motor dan ook maar zo moest rijden als de genoemde Mash of, nou ja, op z’n eigen manier, de Bol d’Or:  ‘genoeg’ maar geen overdonderend vermogen. Wat schetste mijn verbazing dan ook toen de motor me werkelijk vooruit sleurde, de eerste keer Oh daar heb je 'm hoor, de nozem. Komt weer een dienst verstoren met zijn motorfiets...dat ik ‘m eens flink de sporen gaf. Het industrieterrein waar Triumph Benelux zich bevindt wordt ontsloten door een weg die over een klein bruggetje loopt. Altijd geinig, op een Tiger of Speed/Street Triple altijd een mooie gelegenheid om nog één keertje een mooie hups te maken, voordat het einde verhaal is en je met eigen vervoer weer huiswaarts gaat. Maar doe dat met de Thruxton en je wordt getrakteerd op een meterslange, meer dan vloeiende wheelie. Per direct ben je zelf Jean Manchzek, als je je er tenminste op gekleed hebt. Anders doe je dat thuis wel. Vergeet de koffie, eerst moet die ouwe leren jas weer tevoorschijn.

Vermogen genoeg dus, bovendien is daar nog van alles aan te doen ook. Want onderhuids is de motor natuurlijk wel nieuw, inclusief nieuwe hippe elektronica: mappings, ABS, tractiecontrole, het is er allemaal. En bovendien ook nog eens heel eenvoudig te vinden en te selecteren, maar neem me niet kwalijk als ik het daar bij laat. Voor kennisgeving aangenomen, maar nu zetten we even alles op Max (of min, zo lang het maar maximaal plezier oplevert) en kijken er niet meer naar om. Het is waanzinnig weer, dus waarom ook niet. Maar eigenlijk zou je ook nog wel zonder kunnen. Zo was ’t vroeger immers ook, toch? Bovendien is het blok zó soepel, dat je zelden verrast zult worden. Op het zeer meevallende vermogen na dan. Maar dat komt er dus van onderuit al aan en bouwt heel netjes, zonder dipjes of pieken op. Brits, bijna. Misschien niet superspannend, maar Dit zou ik dus elke dag, de hele dag kunnen doen. Misschien nog iets dieper wegduikenergens kom je op het punt dat het ook niet spannender hoéft. Neem de CB1100, ook zo’n motor waarop je je koning van de weg voelt, zo lang je niet te veel gaat pushen. Sterker nog, dat wil je niet eens. Dat past niet in het plaatje. Hetzelfde gebeurt nu bij de Thruxton, met dat verschil dat het wel ietsje harder kan. Dankzij die torpedoneus. Maar ja, ook hier is té niet de bedoeling. Alles met mate, dan is het goed.  Hard rijden kan ook met mate, dat is het probleem niet. Wil je een record halen, pik dan eerst je klassieke raceoverall even op. Kun je ook heel erg veel kick uit halen, maar veel leuker is weg van de snelweg.

Natuurlijk is de Thruxton niet de meest flitsend sturende machine, maar dat zou opnieuw een onwijze stijlbreuk zijn. Vinden we dus ook niet nodig. Het allermooist is als je op mooie vloeiende wegen kunt rijden, op een tempo dat je met één of hooguit twee versnellingen kunt volhouden. Soms wil je schakelen, soms hoeft het niet. Voor het blok hoeft het sowieso niet, maar misschien is het wel leuk om mooi klassiek af en toe op de motorrem tussen de bergen te echoën. En weer op het gas, en weer terug... en zo voort. De remmen zijn oké, adequaat zelfs, maar happen ook weer niet al te hard. Maar ja, wat je remt moet je er ook weer bij zien te krijgen en bovendien: hoe harder je remt, hoe minder vloeiend je rijdt. Je hebt geen R1, dus dan mag je onthaasten. En slingeren, of liever: zwieren. Aanrijden, insturen, vasthouden, uitaccelereren, overgooien en herhalen. Dat werk.

Gelukkig zijn er nog wegen zat waarbij dat kan. Een beetje overzichtelijk om verrassingen te voorkomen, geen haakse T-splitsingen en je bent dik tevreden. Heb je de getekende helden van A-Ha’s Take on Me altijd stoer gevonden, zo kun je jezelf ook voelen met het juiste materiaal. Een goed begin is een Thruxton. Moet je wel een beetje voor sparen, maar dan heb je ook wat.