Zoeken

Megatest: Harley-Davidson 2018 Softail line-up

Fat Bob

12 oktober 2017

Van de Heritage Classic stappen we na de lunch over op de Fat Bob 114, een model dat zowaar nog verder terug in de geschiedenis van de Amerikaanse fabrikant gaat. De allereerste Fat Bob zag in 1979 het levenslicht als 1.200 cc en 1.340 cc, maar de 1.200 hield het slechts twee jaar vol en de 1.340 werd na 7 jaar uit productie genomen. In 2008 keerde de Fat Bob terug als onderdeel van de Dyna familie, in eerste instantie aangedreven door de Twin Cam 96 V-Twin die in 2012 werd vervangen door de Twin Cam 103. Om nu, voor modeljaar 2018, door te worden geschoven naar de Softail familie. Fat Bob? Afgetrainde Bob zullen ze bedoelenZo groot als het verschil was tussen de Fat Bob uit 1979 en de Dyna Fat Bob uit 2008, zo groot is nu de metamorfose naar de Softail Fat Bob geweest. Tenminste, wat looks betreft, want qua rijden lijkt de Fat Bob in tien jaar tijd geen spat te zijn veranderd.

Old-skool goes totally cool was het credo van de 2008 Fat Bob en dat is precies het eerste wat in me opkomt als ik op de nieuwe Fat Bob heb gestart. Waar Harley bijzonder goed in is geslaagd is de Fat Bob te transformeren van de Dyna naar de Softail familie, zonder dat dit ten koste van z’n styling is gegaan. Wat vormgeving betreft lijkt de Fat Bob nog steeds als twee druppels water op z’n voorganger, maar dan zonder achtervering. En agressiever, veel agressiever, mede ook dankzij z’n brute kleurstelling, het ontbreken van chroom, de dubbele shotgun uitlaat, de breed gevormde koplamp met LED verlichting als vervanging van de dubbele schijnwerpers van z’n voorganger en de dikke 43 mm upside down voorvork. En dat geldt trouwens ook voor de fiets zelf. Oh nee, Bike, want... een HarleyNet als z’n voorganger – en de Heritage Classic – is bij de Fat Bob de tellerunit op de tank geplaatst, maar het is wel jammer dat de grote naald nu niet meer de snelheid maar het toerental aangeeft, met de snelheid niet echt duidelijk rechts in het digitale display.

De zithouding van de Fat Bob staat in schril contrast met de Heritage. Niet alleen is het kuil-gevormde zadel met 710 mm een stuk hoger geplaatst, ook de voetsteunen zitten relatief hoog en ver naar voren, waardoor in combinatie met het brede stuur een agressieve ‘kom maar op als je durft’ zithouding is ontstaan, alsof je er klaar voor bent om elke bergweg aan te vallen en daarbij alles en iedereen op te vreten die onderweg je pad kruist. Heerlijk verslavend. Wat agressieve zithouding en gooi-en-smijt factor betreft doet me meteen denken aan de Street Rod, maar dan een Street Rod met comfortabele zit. Anders gezegd, als Harley de zithouding van dat zevenenhalf instapmodel
Weg dubbele koplampen, hallo breedgevormde LED lichtstraal. Console op de tank oogt Harley-klassiek, maar is net effe anders met nu de toerenteller prominent in beeld

Twee van deze 300 mm jongens met 4-zuiger remklauwen. Dat merk je. Tandriem, wat anders?

Het duozadel als selectiemiddel voor je toekomstige vriend/vriendin (doorhalen wat niet van toepassing is. De monoshock achterveer zit mooi onder het zadel weggewerkt. Daarom heet het Softail
hetzelfde had gehouden als deze Fat Bob, dan hadden we amper over die Street Rod amper iets te zeiken gehad, maar dat even terzijde. Het 16” voorwiel met ronde voorband voelt in eerste instantie vreemd, zeker met lage snelheid wil de motor de bocht invallen, maar na een kwartiertje sturen ben je er helemaal aan gewend en weet je haast niet beter meer.

Niet alleen de zithouding staat trouwens in schril contrast met de Heritage, het blok en frame mag in basis dan hetzelfde zijn, het eindresultaat had haast niet verder uit elkaar kunnen liggen. Waar de Heritage uitnodigt tot een ontspannen rit, waarbij het je haast pijn doet om de vloerplaten over het asfalt te laten schrapen, is het alsof de Fat Bob erom smeekt om af te worden geragd. Net als van de Heritage heeft Harley ook van de Fat Bob de 114 ci versie van de Milwaukee-Eight meegebracht, maar het voelt alsof de Amerikanen het blok voor de Fat Bob nog van extra Spaanse pepers hebben voorzien – alsof ze d’r stiekem de 166 Nm sterke 117 ci V-Twin van de CVO modellen in hebben gelepeld. Harley’s technische man, die met ons meerijdt, bezweert dat het blok exact hetzelfde is. “Het lijkt inderdaad alsof het blok veel sterker is, Heb echt het idee dat de grondspeling er elke bocht beter op wordtmaar wat je voelt komt niet door het blok maar omdat de Fat Bob ten opzichte van de Heritage meer dan 50 pond lichter is,” aldus de beste man. Als we de technische specs erop naslaan blijkt het verschil maar liefst 24 kilo (52,9 pond) te zijn.

Dat vertaalt zich in de Spaanse heuvels in een fiets die er in elke versnelling als een speer vandoor gaat. Dit is wat je van een dikke V-Twin verwacht en waarom Amerikanen bezweren dat er ‘no substitute for cubic inches’ is. Ondanks dat de voetsteunen een stuk hoger staan dan de treeplaten van de Heritage is in de bochten al snel het einde van de grondspeling bereikt, maar de Fat Bob ligt daar niet echt wakker van. Daarbij, zo duur zal een setje voetsteunen ook weer niet zijn. Doe een beetje je best en langs rechts krijg je ook de beschermplaat van de uitlaat aan de grond, maar met hetzelfde gemak jaag je de Fat Bob door de bocht zonder dat te doen, gewoon door je rijstijl iets aan te passen. En doe je dat niet, dan troost nog steeds de gedachte dat elke bocht de grondspeling er alleen maar beter op wordt. De twee schijven in het voorwiel zijn veel effectiever dan de enkele schijf van de Heritage, waardoor de Fat Bob niet alleen sneller accelereert, maar ook sneller tot stilstand te krijgen is.