Zoeken

Test Buell HNV 1125 R

3: Life in the Fast Lane

28 november 2008
Inhoudsopgave
Test Buell HNV 1125 R
2: New Kid in Town
3: Life in the Fast Lane
4: Conclusie
5: Technische gegevens

Buell_9676.jpg

Eenmaal plaatsgenomen in het zadel valt op dat alles inderdaad daar zit waar het hoort. Als je rijdt kijk je toch niet naar beneden, dus valt ook de aparte kroonplaat niet meer op. Wel bijzonder trouwens, was Buell een Europese fabriek dan was de kroonplaat ongetwijfeld bewerkt door een freesmachine. Het gietstuk wat nu vol trots aangeeft dat we hier te maken hebben met een ‘25th anniversary signature edition’ komt toch wat….goedkoop over. Ach, je kan ook houden van de vierkante knopjes op de stuurhelften of niet. Anders dan gebruikelijk is het wel. Alweer.

Buell_9598.jpg

Schattig

Rijden met de 1125 is een mix van ervaringen. Het potente blok belooft veel en levert dat ook, maar daarover zo meer. Eerst moeten we weg zien te komen en dat vergt enige creativiteit, vooral koud. Het blok is namelijk voorzien van een automatische stationairregeling die het blok draaiende houdt zolang het nog niet op temperatuur is.  Duidelijk hoorbaar verhoogt het toerental zich totdat de computer vindt dat het er mee door kan. Maar rij je koud weg, dan is het dus mogelijk om met een flinke gang op pad te zijn, zonder dat je je gas aanraakt. Is het blok iets warmer dan snapt ‘ie er helemaal weinig meer van, stilstaand met ingeknepen koppeling is er niets aan de hand, laat je deze opkomen dan denkt het ding alsnog dat er iets niet goed gaat en gooit direct de schuif weer vol open. Lastig. Voeg daarbij de wat gebrekkige injectie –die zeker bij lage toeren nooit echt zeker weet wat te doen- en je hebt een hortend en stotend geheel. In combinatie met de hydraulische koppeling en het stuurgedrag bij lage snelheden is het ronden van een minirotonde een aparte ervaring.

Buell_9666.jpg

Take it to the Limit

Buell_9603.jpg

Eén woord: Bokito

Maar draai vervolgens de rechterpols en alle leed is geleden. Sterker nog, je zal weinig tijd hebben om je er nog druk om te maken. Dit ding maakt klappen, ongekend voor een Buell! Dit gaat er op lijken! Erg potent zoals we al zeiden en nog gekker…deze krachtbron zou zo met de natte vinger een directe confrontatie met de concurrentie nog aankunnen ook. De vermogenskromme loopt lekker progressief totje bij ongeveer 9, 10.000 toeren het leukste wel gehad hebt. Maximum vermogen van 146 pk wordt opgegeven voor 9.800, dus dat klopt aardig. Tegen die tijd heb je ook al je aandacht wel nodig, de mate waarmee je dan al gelanceerd wordt liegt er niet om. Pak je daarbij ook je schakelmomenten precies goed, dan zit je voor je het weet op zeer illegale snelheden. Een scherpe voet wordt hierbij wel beloond, schakel je op een minder dan ideale manier dan is dat wel weer duidelijk te merken door een met tegenzin meewerkende pook. Luisteren moet je ook niet doen, maar dat hadden we al geconstaeerd. Maar wat er dan gebeurt…

Buell_9572.jpg

Hou je de maan nog mee tegen

De motor is van fabriekswege uitgerust met nogal een slipperclutch. Enige persoonlijke noot moet me hierover van het hart; als dit de toekomst van de dikke V-twin is, neem ik graag genoegen met mijn ‘goeikopie’ machine zónder slipper. De Buell heeft nagenoeg géén motorrem meer dankzij een akelig licht afgestelde slipkoppeling en dat valt niet goed te praten. Dikke twin = remmen op de motor en niks anders. Dit lijkt meer op een tweetakt met freewheel. Eeuwig zonde. Aan de andere kant; aanklagen omdat de motorrem je verrast komt dus niet meer voor. Geef je gas zoals het hoort, dan zal het geen punt zijn. Qua remmen hetzelfde verhaal; ben je vol aan het knallen dan zal ook de achtzuiger Whopper je niet in de steek laten. In de praktijk echter wil je soms weleens ‘toevallig’ een file tegenkomen. En mis je allereerst je motorrem al, met een zeer gretig happende rem wordt filerijden een redelijk ‘schokkende’ ervaring.