Zoeken

Vergelijk: Moto Morini Corsaro Veloce en MV Agusta Brutale 910 R

Berijden

28 november 2007

Want kom nou zeg; je kan iets ophemelen en je kan iets belachelijk ophemelen. Feit blijft echter wel dat we hier niet zómaar iets voor ons hebben staan.

In de linkerhoek Motor Morini’s idee van een gepimpte versie van hun toch al niet misselijke Corsaro, in hun ogen de ultieme naked; de Veloce. Met af-fabriek gemonteerde Termignoni’s, een andere achterschokbreker, een ander kleurtje, een upgrade in het blok, ander stuurtje…om maar wat te noemen. In de rechterhoek echter een geducht tegenstander: MV’s interpretatie van de ultieme naked; de Brutale R. Met af-fabriek al een súpermooi uitlaatsysteem (dus dat zit er gewoon nog), Showa’s beste zwartgecoate vork vóór, Öhlins’ fijnste schokbreker áchter, radiale klauwtjes, het blok licht gekieteld…..om maar wat te noemen.
Oftewel; van beide het neusje van de zalm. Dit wordt hard tegen hard, een meting van oerkrachten. En tevens een strijd tussen interpretaties. Want waar MV ooit uitging van de oude invalshoek voor zitpositie en rijwielgedeelte: hoe strakker, hoe beter (voor de F4) en daar de Brutale uit doorontwikkelde, is Morini met een blanco tekentafel begonnen en heeft een motor neergezet volgende de meest moderne mening van ‘zo hoort het’. Is dus duidelijk een stuk groter, maar wél op de neus en met het stuur ultrakort op de rijder. En het is een twin, waar MV kist voor een viercilinder. Voor sommigen bij voorbaat al een besliste strijd dus.

Immers, wat moet je nog met een viercilinder als je een keer geproefd hebt aan een twin? Een van de meest memorabele momenten van een jaar geleden is wel de periode dat de Morini Corsaro onder redactiepannen was; wát een machine… met recht een motor met aardbevingscapaciteit, want een merk wat zich – vanuit het niets – met zo'n motor op de markt plaatst is goed bezig…heel goed.

De fiets is van voor naar achter niet alleen heel goed ontworpen, ook de afwerking is weer Italiaans om te smullen. Alles netjes, alles strak, alles met niet mis te verstane onderdelen. Tot in het kleinste detail een motor die klópt. Wat dan weer niet gezegd kan worden over het blok, dat klopt niet….dat rámt. Wat wil je ook; 1200 cc verdeeld over slechts twee cilinders.. daar krijg je wel leuke waardes uit. En inderdaad; zoals dit blok afgaat als je aan het gas draait is ongekend… slechts de eerdere generaties RSV-blokken komen er in de buurt, en niet eens dicht. Morini gooit er nog even fijntjes 20 procent ademruimte bovenop. Oftewel; hiep hiep, we hebben weer een Mannenmotor. Zoals eerder al gezegd moeiteloos in staat om overal zwarte strepen achter te laten en het mederijders erg moeilijk te maken. Geholpen door de slipperclutch is het devies nog enkel: geef vooral hárd en véél gas. En o ja: hou je vast. Mocht er geremd worden, dan staat een set No-nonsense Brembo's klaar voor actie, en dankzij de slipkoppeling is dat het enige waar je op hoeft te letten.

Het mag een monster zijn, maar wel een met gevoel voor lijfsbehoud. Behalve dan misschien de vering, en met name de achterzijde, die bij grof gebruik als eerste de handdoek in de ring werpt. Maar dan hebben we het ook over echt grof gebruik; negentig procent (zoniet meer) zal er geen enkele last van hebben. Het kwam ons ook pas onder ogen bij de voorbereidingen op de Ducati Clubrace, en ook al heeft Ed de zijne inmiddels alweer een jaar in de tuin staan, de vering is nog onaangeroerd.

Maar dat kan ook gezegd worden van de rest; behalve een beurt en een extra checkup en upgrade onder garantie is de motor nog volledig standaard. Niet echt vreemd, want een fiets als deze is al beladen met bling-bling onderdelen; knappe jongen die hier aftermarket spulletjes opgooit en het méér waard maakt, als je begrijpt wat ik bedoel.