Zoeken

Me and My Bike: Energy Run

Grondig te werk

26 mei 2016
Inhoudsopgave
Me and My Bike: Energy Run
Belangrijk of niet
meten is weten
Grondig te werk
Conclusie

Energy Run

Nu hadden we het hierbij kunnen laten, maar we waren nog niet tevreden met het behaalde resultaat. Met een (poging tot) superzuinige en supersportieve rit hadden we weliswaar de twee uitersten te pakken, maar wat als we nu eens het gebied waarin de motor het lekkerst rijdt als uitgangspunt zouden nemen? Bovendien zou dat ook veel meer in de geest van de Kawasaki Energy Run zijn, waarbij de journalisten weliswaar zo zuinig mogelijk moesten rijden, maar dat wel in een vlot tempo moesten doen. In tegenstelling tot de eerste twee runs, dEnergy RunLijkt wel of ik hier vandaag al eerder ben geweestie we samen hebben gedaan, besluit ik deze derde run op beide motoren voor m’n rekening te nemen, zodat met beide motoren op dezelfde manier wordt gereden. Bovendien zal het tempo nu verschillend zijn, waardoor samen oprijden geen optie meer is.

Ik trap af met de Z300, die ergens rond de 6.000 toeren zich prima in z’n element voelt. Ten opzichte van de ‘Van Dik Hout’ rit ligt de snelheid op de dijk nu een stuk lager, maar is met pak ‘m beet 95 km/u nog steeds harder dan officieel is toegestaan. Het tempo is echter precies goed om nu veel meer dan voorheen de snelheid er goed in te kunnen houden en er dus veel minder hoeft te worden geremd. En weinig remmen betekent automatisch dat er ook weinig hoeft te worden geaccelereerd. Het tempo ligt niet alleen de Z300 goed, in tegenstelling tot die tergend langzame eerste run heb ik het nu ook prima naar m’n zin. Na 1 uur en 30 minuten ben ik weer terug bij af, waarna de benzinetank met exact 3,9 liter kan worden afgevuld. En dat is zeker niet verkeerd te noemen. TEnergy RunEindelijk, gaaaasssen opzichte van de zuinigste rit is het verschil nu slechts 11%, terwijl ik maar vijf minuten langzamer ben (vooruit, 10 minuten als het oponthoud in mindering wordt gebracht) dan de tweede run.

De GSX-S1000F geeft een soortgelijk beeld. Ook de Soes voelt rond de 6000 toeren lekker aan, wat zich wel naar een hogere snelheid van rond de 115 km/u vertaalt. Da’s op de dijk nog nét binnen de grens van rijbewijs-kwijt, maar ondanks het vlotte tempo heb ik nou niet het gevoel asociaal aan het rijden te zijn. Gewoon, lekker vlot tempo, niet meer en niet minder. Meer dan op de Z300 voelen auto’s nu als trage stoorzenders aan, maar in tegenstelling tot de tweede run worden ze nu netjes beschaafd ingehaald. Ondanks dat het tempo ten opzichte van de tweede run beduidend beschaafder is, gaat de run me ditmaal vlotter af en parkeer ik de GSX-S1000F na 1 uur en 24 minuten weer bij van der Valk in Tiel. Dat is zelfs 1 minuut sneller dan de officiële tijd van de ‘Van Dik Hout’ rit, 4 minuten langzamer met inachtneming van de 5 minuten oponthoud bij die snelle rit. En dat terwijl er nu slechts 5,29 liter hoeft te worden afgetankt, wat de GSX-S1000F nu een verbruik van 1 op 19,3 geeft. Ten opzichte van de zuinige rit heeft de Soes nu 14% meer verbruikt, terwijl de tijdswinst maar liefst 26,5% is.